dinsdag 28 april 2009

Fly like you do it.

Ik zou wel een boek kunnen schrijven over de reis naar Ijsland… maar aangezien de tijd dat men achter een computerscherm vertoeft sowieso al veel te hoog ligt, zal ik jullie dat niet aandoen.

Ijsland was (en is) …
… rood, wijnrood, felrood, bruinrood, bruin, hazelnootbruin & kastanjebruin, oker, beige, olijfgroen, grasgroen, groen, helblauw, hemelsblauw, blauw, donkerblauw, grijsblauw, grijs, gebroken wit, zebra strepen op het witte ijs, blauw ijs, lichtblauw water, … en een regenboog.
… nooit 2 keer langs het zelfde uitzicht rijden (of het moet zijn dat je verkeerd rijdt).
… bergen, heuvels, rood strand, gletsjers, watervallen, zwart strand, grasvlakten, rotswanden, woeste golven, grotten en hier en daar een huisje.
… ook te verkijgen als Muffinland, Carpetland, Pillowland (mijn favoriet) en ‘Black Dessert’.
… met een Chrystler Kalos ‘off road’ on the road.
… een eiland met een geurtje: douchen met zwavelwater (‘rotte-eieren-geur-water’), rotten shark als specialiteit en gedroogde vis langs de weg.
… eerder Windland.
… van zetel tot zetel tot hostel tot hostel tot hostel tot vlieghavenstoeltje.
nog zoveel meer.

Na vandaag mijn ‘final paper’ te hebben ‘gepresentationd’, ben ik verlost van mijn schoolwerk hier in Oslo. Morgen volgt, naast nog enkele presentaties, het afscheidsetentje.

Wat me nu nog rest?
Sleutelen aan mijn eindwerk.
Koffers maken, opruimen en schrobben: ik ben de voorbije dagen alvast begonnen met zaken weg te steken en de dingen van mijn muren te halen. Om toch maar niet alle emoties op 1 dag te moeten verwerken he.
Genieten van Oslo en alles wat daar maar bij te bedenken valt: laatste Deli de Luca-bezoekje (met cake), de winkelstraat ‘doorwandelen’ (die Noorse Kronen moeten toch op?), wilde reisplannen maken, nog even langs de haven gaan, vrienden opzoeken en dan…
… op de aller-aller-aller-allerlaatste dag afscheid nemen. Met een traantje.

Of drie, vier.

vrijdag 17 april 2009

Staan de schoenen al op de gang?

Dinsdagavond (7 april) kreeg ik het laatste bezoek over de Noorse vloer. Karen, Wouter, Evi, Cuyp en Stuart stonden me op te wachten aan Oslo S (eigenlijk had het omgekeerd moeten zijn, maar verrassing-laat-ik-ze-opwachten-intenties kunnen soms anders uitdraaien dan verwacht). Ze maakten er meteen kennis met de minder fraaie kant van Oslo: de verzamelende drugsverslaafden aan het station en het zachte gedruppel, dat weinig goeds (zijnde regen) voorspelde.


Woensdag trokken ze met z’n vijven van hostel naar mijn kamer/keuken in het studentenhuis. Na het inwijden van mijn kamer (ik laat in het midden hoe dit gebeurde) nam ik hen mee voor een dagje sight-seeing, aangezien de regen het alweer voor bekeken hield. Langs de jeugdherberg, waar Wouter en Karen die avond nog zouden overnachten (Gerd vertrok namelijk de volgende dag naar Stavanger, zodat haar kamerdeur plots open stond voor bezoekers.), naar het Rådhus, zo naar het Akerhus Slot (jongens en wapens, het blijft een gevaarlijke combinatie) en dan via de haven met z’n uitnodigende ligbanken naar mijn hoogtepunt van de dag: inderdaad, dé Deli de Luca aan de haven, diegene met de zeteltjes. Wat dit bezoek zo noemenswaardig maakte, was het feit dat -hou je vast- … we onszelf (zijnde de meisjes) op taart trakteerden! Aangezien ik niet goed ben in kiezen (en al zeker niet als het op het eten van zoveel verschillende zoetgeurende taarten en cakes aankomt), kwam Karen haar verlossende ‘Zullen we anders de chocoladecake en die rode daar delen?’ als geroepen. En hoe heb ik genoten van de chocolade-met-karamel-en-nootjes-taart en de tot dan toe onbekende Red Velvet Cake… ik kijk al uit naar het volgende, en alweer laatste, taart-eet-evenment (dat al in mijn agenda aangeduid staat).

Goedkoop en lekker eten staat hier gelijk aan een bezoek aan IKEA en zo trokken we met zeven (Toon sloeg dit aanbod niet af), met de gratis bus, naar de köttbullar, pizza en hotdogs.
Op de weg terug naar huis stopten we nog even aan het Operagebouw, dat er ’s nachts ook best indrukwekkend uitziet.


Donderdag toonde ik mijn gevolg langs enkele typische Noorse straatjes, de weg naar Vigelands beeldenpark. De volgende stop zou het Vikingmuseum op Bygdoy (schiereiland van Oslo) worden. Aangezien ik dit al bezocht had en er nog heel wat schoolwerk op me wachtte, keerde ik naar mijn kamer terug. Toen ik daar aankwam werd ik opgebeld door Stuart: ze hadden besloten toch niet naar het eiland te trekken, maar te profiteren van het zonnetje aan de haven. Of ik mee wilde genieten? Na een snelle blik op mijn boeken geworpen te hebben, haalde ik mijn zonnebril uit de kast en vertrok ook ik naar de haven.

Later die dag trokken we nog naar het operagebouw, waar Karen en ik (waarschijnlijk door een zonneslag) de schuine zijde van het gebouw naar beneden rolden. Gevolg: Karens riem stuk en Noren een bewijs rijker dat toeristen soms … gek kunnen doen.
Die avond was er opnieuw een spelletjesavond gepland voor en door klasgenoten. Dit keer zouden de Hongaarse meisjes koken, maar door de grote opkomst en het verschil in eetculturen, flansten Toon en ik snel nog iets in elkaar met overschotjes en de aankopen voor het avondeten van de dag nadien.


Vrijdag lieten we de stad en de gebouwen links liggen en trokken we, met worstjes, broodjes en ketchup in de aanslag, naar Sognsvann, het bevroren meer. Geef volwassen mannen sneeuw en het worden opnieuw jongetjes. Maar geef deze jongetjes enkele lucifers, papier en de opdracht dat ze een vuurtje mogen stoken voor het opwarmen van de hotdogs en ze hebben hun mannelijkheid meteen teruggewonnen.
Toen ik enkele maanden geleden, tijdens het uitstapje naar het bos met mijn stageschool, te horen kreeg dat je van 15 september tot 15 april vrij bent om in de natuur vuur te maken, dacht ik meteen aan ‘het scoutsvolk’ dat me zou bezoeken.

Veel nat hout, rook, smakende zelfgebakken worstjes en sneeuwballen later zaten we op de metro richting Frognerseteren, waar de hopen sneeuw plaats hebben gemaakt voor een wonderlijk uitzicht in de zon.
Alsof er de voorbije dagen nog niet genoeg fast food naar binnen gewerkt was, aten we die avond de befaamde reuzenpizza’s, met bijhorende reuzendrankflessen en reuzenbekers.
De avond was nog jong en Oslo gloeide nog wat na van de warme zon, dus trokken nog even naar de haven voor een Oslo-by-night-ervaring, met koffietje in de hand (of op het deken, mijn jas en handschoenen -die nu voor altijd naar 'kokosnoot met koffie' zullen ruiken).


Zaterdag scheen de zon opnieuw voluit, dus zochten we wat verfrissing op op de overzetboot. Met de wind in de haren, en de warme pull alweer aangetrokken (verfrissend was het zeker), kwamen we in Bygdoy aan. Na wat wandelen, luieren, politieke gesprekken voeren, zonnen en springen zochten we de boot opnieuw op. Stuart had afgesproken met een oude bekende uit Dilbeek, Cedric, en samen sloten we de dag in de zon af met een ijsje.

Die avond werd de Kanslerenkeuken op de 1ste verdieping opnieuw een drukbezochte plek: naast Karen, Wouter, Evi, Cuyp, Stuart en Cedric, sloten ook Toon en Gerd aan rond de tafel, waar een pot dampende spaghettisaus en bijhorende slierten voorgeschoteld stond.
Achteraf zochten we samen met enkele klasgenoten het Memphiscafé op, waar geen ID-cards vereist waren.


Zondag werd een dag waarop ik even op adem kon komen: na het afscheid van mijn laatste bezoekers, volgde achtereenvolgens de voorlaatste en laatste aflevering van Van Vlees en Bloed en de gehele laatste DVD van Ally McBeal. Nah.
Ohja, nog eens bedankt voor het ‘cakeje’. Het staat nog steeds onaangeroerd op mijn kast.


Maandag werd, omdat 1 dag blijkbaar niet voldoende was, opnieuw een rustdag. Kamer opruimen, het thuisfront op de hoogte brengen van de avonturen, mails versturen, reistips voor IJsland opzoeken, …


Dinsdag werd er hard gewerkt voor school, namelijk het verder verwerken van de tweede paper. ’s Avonds trok de Kansleren-verhuis-crew (Toon, Gerd en Dora Hongarije) naar Gemmas nieuwe plekje voor pannenkoeken. Met fruitsla. Om achteraf opnieuw verder de paper te schrijven.


Woensdag, opnieuw werken voor school (ditmaal was het eindwerk aan de beurt), afgewisseld met een avondje ‘IJsland plannen’ bij Marilen. Met fruitsla.


Donderdag, opnieuw… ik val wat in herhaling.
Die avond planden we een ‘get together’ met de klas, aangezien we elkaar al een hele tijd niet gesproken, laat staan gezien hadden. Met een hele troep naar Evergreen, waar de pintjes maar 29 NOK kosten. Tot 21u, want dan slaat de prijs op, met een verraste en iet wat teleurgestelde Toon als gevolg.


Vandaag kwam het langverwachte en felbegeerde bezoek aan de chocoladefabriek van Freia, de Noorse Cote d’Or. Niet zomaar een vergelijking, want de geleide toer in de ene fabriek in België (die ik in Halle ook al eens uitprobeerde) lijkt als twee druppels gesmolten chocolade op die in Noorwegen. Zou de overname van Kraft Foods daar voor iets tussen zitten? Hm...
We konden de fabriek zelf jammer genoeg niet bezoeken, maar werden overweldigd door chocoladehapjes en maakten onze eigen chocoladereep (die ik gaf aan de grootste chocoladefan van onze klas, Dora, die er niet bij kon zijn).

Plannen voor de nabije toekomst:
- Paper nog een laatste maal nalezen
- Nog wat sleutelen aan het eindwerk
- Rugzak maken
- Vliegtuig halen richting Reykjavik

Vrijdag binnen 2 weken zit ik op dit moment waarschijnlijk wat versuft aan tafel in de Belgische Ardennen… een tijdstilzetknop, dat zou nogal eens een uitvinding zijn.

maandag 13 april 2009

reisje in beelden

Gemma - Marilen - Toon - Isabel

tussen 2 rotsen door


Berg op.


bevroren meer op zoveel honderden meters hoog

uitzicht vanop Preikestole





Preikestole: 604 meter recht naar beneden


Berg af.




één van de zandstranden langs de westkust

Stavanger




oude gedeelte van het stadje

kust van Kristiansand


bos met meren in Kristiansand



spaghetti in Toon z'n haar

zondag 12 april 2009

You're gorgeous, but what's with the hair?

Zo staat het in mijn agenda geschreven:

APRIL
2
donderdag
+/- 12u: Karen & Morgan komen aan
15u Grimsk Grenka – afspraak Karen en Morgan
Durf ik hier wel met mijn sjoffele broek op die bank gaan zitten?
Vigeland & haven
Stappen stappen stappen …
Dinner @ Isabel’s --Isabel, Marilen, Toon, Gerd, Karen & Morgan
Do you want to go and drink a whisky?

APRIL
3
vrijdag (Karen D. verjaardag)
etentje met Karen en Morgan 17u30
Tullin’s Café
eerst nog wat winkelen: zonnebril (sunshine) en pull
13: Akerhuscastle
22u47 --trein (10’ ervoor Oslo S gehaald)

And this is where the adventure begins…
I promised my Swiss travelpartners I would write about these days in English, so that they could read it as well. I will try and do my best girls.

-First stop: from Oslo S (10.47 p.m.) ‘till Stavanger (7.26 a.m.):
Toon and Isabel, Gemma and me and Marilen and Stina (who appeared to be a singer performing in a club in Stavanger Saturday night) crossed the Norwegian country side by night. Some slept well, some could count every hour passing by, while others enjoyed the view. Luckely, due to the 'sleeping kit' you get in these kind of night trains (blanket, earplugs, little pillow and something to cover your eyes with), I signed up for the first group.

Saturday:
After Marilen’s-homemade-bread-breakfast and searching Isabel’s wedding dress in a bridal magazine, we went to the first place every tourist visits after arrival (besides the toilet): a tourist information centre. It seemed like the sun joined our wake up walk, because suddenly the grey clouds disappeared.
If the lady behind the counter in such an information centre answers most of your questions with ‘I don’t really know…’ there is only one way out: search for yourselves. After we decided we wanted to climb the Pulpit Rock (Preikestole), we needed some place to stay during the night ('all hostels are open during the summer months' –woops). “Let’s ask somebody if we can stay at their place,” Marilen said. A few seconds of hesitation and some doubtful looks later, Marilen, Toon, Gemma and Isabel -well somebody had to look after the luggage, right?- approached people on the street with their rather unusual question (Can 5 students, who you don’t know, but can be trusted, stay at your place tonight?). Positive thinking is one of the most beautiful phenomena I know (and which I will try to do as well from now on), because 10 minutes later Gemma and Isabel came running down the street with a big smile on their amazingly happy faces: they did it! Islen, working at a bar, didn’t mind having 5 strangers in her house, neither keeping their luggage at her workplace for a day nor taking those 4 heavy bags (4 girls and a boy + a trip = 4 large bags and a tiny little one) to her home when she finished working.
The phrase to describe this trip the best could be ‘Why are we so lucky’. After catching the night train in 6 minutes, the sun shining in Stavanger, bumping into Islen and catching the ferry in 15 minutes you shouldn’t be surprised. But wait, there is more…

The ferry brought us to Tau, there the bus dropped us in Jorpeland and, after 'the first pick-nick on the grass' of the year ‘09, we hitchhiked to the Pulpit Rock. Gemma, Marilen and Isabel were lucky from the start, they got a ride almost immediately. And after 30 minutes of shaking knees and a heart beating a bit faster than normal (mine) Toon and I arrived as well.
I don’t think my words (and especially these English ones) can describe what we (and I) experienced during our more-than-5-hours climbing adventure. Pictures cannot describe what we saw either.
Rocks, walking, green, smiling, grey, shouting, blue, red dots and stripes, grey, stones, singing, swamps, green, climbing, brown, melting-ice-waterfalls, brown, watching, breathing, green, jumping, lakes, grey, tears and fears, 604 meters above sea level, blue, snow, brown, sun, Why are we so lucky? …
Well, I tried.

Around 7 p.m., when the sun was losing its warmth, we arrived at the foot of one of the rocks and discovered that cars driving by were very rare at that time of the day. We took a cab back to Jorpeland, went with the bus to the ferry and ‘ferried’ back to Stavanger. Time flew by, it was already after 9 p.m. when we began searching for TOU SCENE, the club Stina Stjern (the girl who Marilen met at the train) would play that night. After a lot of ‘gleen cully’,’shlimps and flied lice’ and a black cat, we arrived at the old industrial mill which was transformed in a very nice hang out place and music hall. Unfortunately, an entrance fee had to be paid. The guy at the entrance tried to persuade us with a student discount, but still we weren’t convinced. Marilen tried calling Stina and a few seconds later she came down the stairs explaining the guy she met us in the train. The guy, not that happy about the fact that Stina persuaded HIM, gave us a stamp for free. Why are we so …
Even though Stina usually sings with a band, we didn’t notice anything missing during her performance and enjoyed her singing a lot.

Around 1 a.m., after a long day filled with that many beautiful and exhausting experiences, we still had to search for Islen’s place. The beauty of the day didn’t come to his end yet. Islen, who we spoke in the morning for not more than 10 minutes, left us, besides her trust, the key for her apartment 'in the letter box in front of the yellow building'. The only thing she asked us, after she had brought our luggage and put all kind of pillows, blankets and other useful things in her bedroom, was to be quite (‘there are living a lot of young families in these buildings’) and put the key back in the box so that she could enter her house as well (she went out to party)… This can sound corny, and actually I don’t mind, but the fact that we met her made me believe that not all people are scared of each other and that there is still some trust left. It made me feel, once again, very lucky, but also more than happy. And again, this is a feeling I cannot describe.


Sunday:
The morning after, we had a chance to get to know our sparkly host. After a long talk and breakfast she asked us if we would be interested to borrow her car for that day, or better, if we would mind if she and her sister (with her two little boys Jonathan and Oliver) would join us to our trip to the sandy beaches of Stavanger. If we would mind … ? I am sure that every one of us, on that particular moment, was thinking the same thing, once again.
That Sunday we drove with the 9 of us through the Norwegian lowland, stopped at two sandy beaches with light blue salty water (and cold it was as Isabel and I paddled with our feet in the sea) and visited Stavanger and the old part of the town.
It looks like Norway has been given a little bit of everything and all shaken up in one. I don't think I need to say it once more, but I'll do it anyway: I fell in love with Norway.

-Second stop: from Stavanger (7.27 p.m.) ‘till Kristiansand (10.23 p.m.)
I felt myself getting smaller (in this big beautiful world) while looking at the scenery: forests, lakes, hills, stones and fields crossing my (and the train’s) path. At a high speed, into the night.
When we arrived in Kristiansand, 2 friendly and talkative girls (who said Norwegian people are closed and cold?!) didn’t mind showing us the way to our hostel. Little did we know that it was located at 150 meters from the train station and that the 2 girls walked us through the whole city to eventually showing us the wrong way. We tried to squeeze ourselves in a small room for 4, Toon sleeping on the floor.


Monday:
When you go on a trip with Marilen and Isabel, you can be sure that it is an adventure, off course, but also that you’ll get a healthy (and delicious) ‘beginning of the day’. So after a long breakfast, we took off to the tourist centre where a friendly woman gave us a 2D-tour through Kristiansand. She recommended us to visit the local fish market, little islands at the coast, walk around in the old part of the village and take a look at lakes in the forest.
And that’s what we did. The salmon we bought at the market melted on our tongues. At the coast we fantasized about witch animal we wanted to be (and so Toon, King ‘Moosh’ Moose was born). We were peeping Toms in the old part of the town, where the little white wooden houses were build right next to each other. And finally we enjoyed the last sunrays at the lakes.
The evening brought us spaghetti on our plates and in Toon’s hair (never knew that uncooked spaghetti could get stuck that easily) and showing of little body tricks (or hiding the fact that you’re not that flexible).


Tuesday:
The next morning Toon got blamed of being a ‘breather’, Isabel climbed out of the window and another delicious breakfast was made. Due to the weather (which had been on our side for the previous days), we searched some inside activities and found them. We visited a bright, partly wooden church where Toon, as being me father, gave me away to Mr. Invisible. Afterwards we went to a South Norwegian Art Museum and because we were (and are) international students, all the exhibitions in the building were for free. Once again, say it with me ladies and gentlemen of the jury (sorry, watched to many Ally McBeal episodes the past few months): why are we so lucky?
After a quick stop at the fish market, we went to the train station and left a cloudy Kristiansand behind. In the train we made ourselves sandwiches with salmon (we apologize to the other passengers on board of ‘vagn 3’ for the smell), and I don’t know what my fellow travelers thought of their dinner, but my sandwich tasted heavenly.
Around 10 p.m. we arrived in Oslo S. Some of us went home to sleep and others (like Toon and I) waited for some visitors.

But that’s a story I will tell another time. In Dutch...

woensdag 1 april 2009

We're the dancers -Hot Biscuits- ...

Je gaat best even opzij, ik moet een aanloop nemen… Grote sprong terug, waardoor er al wat gaten in mijn geheugen opduiken. De voorbije dagen heb ik vooral voor school (zowel voor de Belgische als de Noors) gewerkt, veel spannende momenten heb ik dus niet echt beleefd.

Zaterdag (21/03) durfde ik het eindelijk aan. Na al die weken sneeuw en ijs onder mijn voeten gevoeld en gehoord te hebben, wilde ik nagaan of ‘buiten een toertje lopen ’ al mogelijk was. En mogelijk (buiten enkele ijsplekken) was het.
Daarna genoot ik met Gemma en koffie van de ondergaande lentezon, opnieuw aan de haven (dit heb ik de laatste weken gepromoveerd tot ‘lievelingsplekje in de zon’). Die avond was er nog een Flower Power feestje gepland in 1 van de studentenhuizen. De Flower was er, de Power (bij mij) iets minder.

Zondag wandelden we (enkele klasgenoten) door een nieuwe buurt, bij ons om de hoek. Als Grønland onze achtertuin was, beschouw Grünerlokka dan maar als ons fraai voortuintje. We bezochten het vlooienmarktje en nadien wees Dora Hongarije ons erg enthousiast de weg naar ‘het kleine rode huisje, te midden van de grote grijze industriegebouwen, aan de waterval’.
Achteraf werden er in een gezellig cafeetje opnieuw reisplannen gesmeed tussen de theetjes, koffie en Belgische pint door: we zouden samen door heel Europa trekken, van woonplaats tot woonplaats. Van Hongarije naar Zwitserland, zo door naar Nederland en dan verder naar Tsjechië en … deze route zullen we waarschijnlijk enkel in onze hoofden afleggen …

Maandag luisterden we naar een erg interessante uiteenzetting van een UN-medewerkster, die eens niet enkel rozengeur en maneschijn verkondigde over de organisatie.
De dag werd nog interessanter door de uitstap naar het Anti Racist Center. Daar vertelde een medewerker hoe ze in dit centrum proberen de immigranten- en ‘etnische’ bevolking op een positieve manier met elkaar in contact laten komen en hoe ze jongeren proberen van de straten te houden door allerlei workshops, kampen en vergaderingen die ze gratis aanbieden.

Dinsdag liep ik na de les nog even langs Grünerlokka om me dan te begeven naar ‘Akkerbrygge aan de haven. Met Samovar en Nederlandstalig boek in de aanslag las ik verder in de zon.

Woensdag trok ik na de les (en na de gym) naar het Literaturhus. Dit keer niet met mijn boeken, maar met m’n laptop. Hier koppelde ik opnieuw het zeer aangename (koffietje met) aan het nuttige (schrijven aan die paper).

Donderdag werd een herhaling van woensdag. Alleen zouden we ’s avonds naar de film gaan -om toch maar eens te kunnen zeggen dat je naar een Noorse bioscoop bent geweest-. Isabel Zwitserland en ik zouden die avond naar ‘The Reader’ kijken. Onder het alom bekende motto ‘hoe meer zielen’, spraken we uiteindelijk met z’n 16’en af. Een onaangename verrassing aan de kassa (100 NOK, zijnde iets meer dan 11 euro, voor een filmpje), een goedgevulde snackrugzak in de filmzaal en een sterke-indruk-nalatende film later stapten we op de bus naar huis.

Vrijdag was het tijd voor bezoek nummer 3: ik vond Lot, Caroline en Sofie rond de middag in Oslo S(entraal), het centraal station van Oslo. Soms zijn er zo van die dingen die heel normaal worden, eens je een hele tijd op een plek bent. Lot wakkerde mijn zoektocht naar ‘schrijffouten’ aan (het Noors als geschreven taal lijkt soms verdacht veel op Nederlands-met-haar-op) en samen met de anderen werd dit zoeken de hoofdbezigheid (naast de bezoekjes aan Deli de Luca -ik ben niet alleen met mijn fascinatie!-) van het tripje.
We wandelden die koude dag nog naar het Vigelandpark (ja …), dronken een koffie (al dan niet met taart), trokken naar mijn keuken om wat te koken en vielen als een blok in slaap na (of tijdens) het kijken van enkele Sex and the City’s.

Zaterdag kwam de zon alweer door de grijze wolken en liet ik Sofie, Lot en Caroline achtereenvolgens de haven en ‘het kasteel aan de haven zien. Verder leidde ik hen naar de 34-verdiepingen-hoge-lift (en bleef ik opnieuw veilig met 2 voetje op de grond) en maakte ik hen daarna warm om te picknicken aan het Rådhus/Akkerbrygge/de haven en er te genieten van de zon.
Na een koffietje aan diezelfde haven vertrok ik al wat vroeger. Die avond had de Kansleren-crew (Toon, Gerd, Dora en ik) de klas uitgenodigd voor een etentje en spelletjesavond. Uiteindelijk zaten we met 19 (en ik weet niet hoeveel nationaliteiten) in onze keuken. Zowel het groentenbuffet-met-rijst-en-kip-en-Toon-zijn-lekkere-kaassaus als de fruitsla met ijs en gesmolten echte Belgische chocolade waren helemaal op (buiten een restje wit vanilleijs in de vriezer). Op het laatste speelden we enkele ijzingwekkende rondes Weerwolven en kropen we een uur later dan gepland in bed.

Zondag volgde een nieuwe eindhalte in het eindhalteproject. We stapten met z’n vieren af in Vestli. Zo veel was er niet te zien, maar als de zon schijnt, de witte sneeuw je haast verblindt en de vogeltjes fluiten, wat heb je dan nog meer nodig?
Na het uitbeelden van bekende films en neuriën van nog bekendere liedjes namen we de metro terug en bezochten we Grünerlokka met het vlooienmarktje en een koffie. Aangezien het zo’n mooi weer was, kon en mocht het fantastische uitzicht vanuit Frognerseteren (eerste eindhaltestopplaats) niet ontbreken. En ook een stop aan de reuzepizzaplaats konden we niet overslaan.
’s Avonds hadden we afgesproken met enkele van m’n klasgenoten in Blå, de jazzbar aan de rivier. Na wat ongelukkig heen-en-weer geloop (je ID card meenemen is een echte aanrader) geraakten we allemaal veilig binnen.

Maandag wuifde ik, na mijn les (en oooh het pikte om zo vroeg op te staan) Caroline, Sofie en Lot uit, opnieuw in Oslo S. Die dag was niet bepaald productief: de vermoeidheid sloeg toe, de Ally McBeal-afleveringen volgden elkaar op en na een klein gevecht in de keuken (en dat allemaal om een natte hand op je kaak, Toon) voelde mijn bed nog nooit zo zacht aan.

En dat merkte ik toen ik er dinsdag opnieuw uit moest. Ik sleepte me door de dag heen: van de les, naar het Red Cross Center (waar heel wat vrijwilligers -140- zich inzetten om jongeren te helpen met hun huiswerk en elke avond activiteiten voorzien), naar de fruitwinkel en via het Tullin’s Café (wachten tot het tijd was voor Marilen Zwitserland en Anni Finland hun Noorse les) naar een tentoonstelling met Isabel Zwitserland, die afgelopen bleek te zijn. Het sleepspoor zette zijn weg verder naar mijn kamer, waar mijn bed, Ally en een heel lange nachtrust me verwelkomden.

Vandaag, woensdag, met hernieuwde energie vroeg uit de veren en -hop- naar de les! Gemma Nederland verhuisde vandaag naar een ander studentenhuis en de Kansleren-crew, aardig als we zijn, bood zich aan als persoonlijk verhuisteam. Om de tijd tussen de les en het verhuizen te doden, trok ik dan maar naar de haven. In de zon. Met leeswerk.

Vandaag is het 1 april. Twee derde voorbij. En dat is geen grap…

zaterdag 21 maart 2009

To pay or toupet?

Zondag nam ik mijn ouders mee voor een enkele uurtjes Noorwegen puur natuur: cross country skiën! Na wat gepruts en geglij kregen we onze schoenen geklikt in de bindingen en volgden de eerste valpartijen vrijwel onmiddellijk (en papa was de eerste!). De eerste ‘stapjes’ gingen traag en voorzichtig, onze knieën knikten alle zes, maar na een tijdje durfden we de pistes aan, kronkelend door de Osloiaanse bossen. De zon scheen na een tijd tussen de bomen door en bracht steeds meer mensen naar buiten. Opvallend veel papa’s roetsjten bergjes af, met joelende kinderen voor en achter op de slee en op hun schoot. Het knikken van de knieën bleef voortduren (vooral bij mama) tot dat we de dunne, lange latten definitief uit klikten.
Na al een hele tijd elke dag in de sneeuw te ‘zijn’, vond ik eindelijk een plaatsje om Kathliens sneeuwman te maken. Dat was dan ook weer op 1, 2, 3 gebeurd, aangezien de sneeuw hier op sommige plaatsen nog steeds met hopen ligt.

De dag bracht ons verder langs het indrukwekkende, nieuwe operagebouw aan het water. Verder langs de vuile hoek van de stad -blijkbaar moet aan deze voorwaarde voldaan worden om een stad een hoofdstad te kunnen noemen- , langs het kasteel aan de haven, naar dé Deli de Luca (dit wordt een verplichte halte in mijn persoonlijke sight seeing tour).
‘s Avonds konden we genieten van het magische lichtjeszicht over ‘Oslo by night’, in een bar op de 21ste verdieping van het SAS hotel. En genieten was het wel. Dankjewel mama en papa.
Later trok ik nog naar Blå, waar elke zondagavond een gratis jazzconcert aangeboden wordt. Toon, Lobke en ik stonden na een hele omweg plots middenin een mooie, alternatieve buurt. Na de strenge ID-controle doorgeraakt te zijn -de man zijn ogen gleden vier keer tergend traag van mijn gezicht naar de foto op mijn kaart en terug- zochten we onze klasgenoten in de bomvolle zaal op.
Een nieuw zondagavondplekje bij op de kaart van Oslo…


Maandag slenterden we (mama, papa en ik) nog wat rond in de hoofdstraat en gingen we ook het Rådhus aan de haven even binnen. Toen we iets in ‘de viskom’ gingen drinken, merkten we dat de mama’s hun kinderwagen buiten moesten laten staan. Niets abnormaal aan natuurlijk -veel plaats was er immers niet in het cafeetje- ware het niet dat ze hun baby ook buiten achterlieten! Warm ingeduffeld, off course, maar toch…
Na het uitzwaaien en het 'tot 1 mei!', ging ik met enkele klasgenoten met IKEA. Veel nieuws van dat uitje heb ik niet, alleen dat ik er kopjes (en geen tassen) kocht voor 1 NOK het stuk. 1 NOK! Da’s 0,11 euro! Ik heb er dan maar meteen 6 gekocht, gulzig dat ik ben.


Dinsdagmorgen werden we in ons klaslokaal met een stevige handdruk verwelkomd door onze laatste docent, de breedglimlachende socioloog Pål. Al snel werd duidelijk dat het gaat om een zachte, trotse papa die zich het leed van de wereld aantrekt (en dit probeert over te brengen bij ons) en het gebruik van suiker afzweert (het ontginnen van suiker is slavenwerk én het lichaam heeft het niet nodig).
Na de les volgden de presentaties van Rusland en Nederland. Opvallend hoe elke vertegenwoordiger de mooiste landschappen en de prachtigste gebouwen in de zomerzon betrekt. Zo is het niet moeilijk om mijn reiskriebels aan het fladderen te brengen he!


Woensdag volgde nog een les van de glimlachende papa. Na die dag besteed te hebben aan ‘werken voor school’, terwijl het buiten zo’n mooi weer was, kwam de uitnodiging om ’s avond bij Kristina Rusland te gaan eten niets te vroeg. Een Russische rijstschotel, enkele flessen wijn en een kiwi-banaansmoothie later en we speelden het ben-ik-een-banaanspel. Moet je daarvoor zo oud geworden zijn (en dan heb ik het niet over mezelf, maar onder andere over de 32 jaar oude Anthony, 26-jarige Anni en 24-jarige Nathalie)? Natuurlijk!


Donderdag was opnieuw een mooie, zonnige dag. Na een les van Elisabeth, over communicatie tussen kinderen en volwassenen in kleuterscholen, werden er opnieuw en deze keer voor de laatste maal, 2 landen voorgesteld. We leerden Hongaarse woorden en dat Boedapest (en niét Boekarest) de hoofdstad van Hongarije is en werkten in hoeken le tour de France af.
Die ‘laatste keren’ klinken echt niet mooi in mijn oren.

Ik had voor mezelf het prachtige plan opgesteld om buiten in de zon te lezen en werken voor school, dan koppelde ik het (zeer) aangename aan het nuttige. Nu heb ik na donderdag geleerd dat je zo’n plannen best niet luidop zegt… eerst zou Isabel Zwisterland me vervoegen (ze had beloofd me ‘met rust te laten’, ze ging in mijn Samovar lezen –boek dat we hier moeten lezen-), maar dan volgden ook Anni Finland en Marilen Zwisterland. En ja… Vat dit niet verkeerd op, ik heb honderduit genoten van het namiddagje kletsen en de skaters hun stunten bewonderen in de zon, aan de haven. Ik had zelfs mijn jas, wanten én pull ingeruild voor een zonnebril. Maar gewerkt?! Nee hoor…
Toen de zon haar warmte begon te verliezen, was het tijd om naar het international dinner te vertrekken. Deze keer waren het de Hongaarse meisjes uit onze klas die ‘Paprika Potatoe’ maakten. De lieverds hadden zelfs aan een vegetarische versie gedacht. De spreker van deze editie was een Noorse dokter, die zijn levensverhaal vertelde. Minstens even boeiend als dat van the noodle king, maar nu gelukkig in het Engels, zonder tolk.


Gisteren ging ik, na de voormiddagles van Elisabeth, een tweede maal met goede moed met mijn werkplan aan de slag en deze keer loonde het. Minder zon, veel meer gelees. Hierdoor miste ik jammergenoeg blijkbaar een wel erg spectaculaire rondleiding in het nieuwe operagebouw.
’s Avonds hadden Toon, Gerd, Dora en Hedvig Hongarije, Gemma Holland en ik een kleine verrassingsaanval bedacht voor de jarige Jirka Tsjechië. Gewapend met 60 (opgeblazen) ballonnen (nee, Jirka werd geen 60, maar wel 26) slopen we langs de brandtrap omhoog en verrasten we hem in zijn keuken. Later kwam de rest van zijn ‘floor’ en nog enkelen van onze klas. De rest van de avond werd er gesnoept van het Turks brood, gedanst in de keuken en oude Steps, Backstreet Boys en andere hits gezongen op straat.
De laatste metro naar huis en de eerste verdieping omhoog.


Gelukkige lente iedereen!

zaterdag 14 maart 2009

Debbie Spoiled Rotten Rosiers

En wat een verjaardag werd het…

Het plan (we nemen de eerste ferry die vertrekt en zien wel waar we uitkomen) zorgde voor enige besluitloosheid. Terwijl de jarigen uitzochten of we niet ergens een ferry konden vinden waar we niet extra hoefden te betalen (bovenop ons openbaar vervoerabonnement), dacht ik… neen dat kan niet… daar aan de overkant… Jan en Dries? Hoe klein is de wereld -of hoe groot is The Blackbox Revelation- maar toch, daar liepen Jan en Dries, gemeentegenoten en soon-to-be-wereldberoemd. Toon stapte op hen af en na wat gekeuvel kwamen 7 plaatsen op de guestlist voor hun optreden die avond ter sprake. Van een feestelijke afsluiter voor de dag gesproken!
Het ferrytochtje was ijskoud, het weer zat die dag ook niet echt mee, sommigen van ons hadden geen gepast schoeisel aangetrokken (ik zal geen namen noemen, Toon) en het beperkte uitzicht was voor sommigen ook een reden om havenwaarts te keren.
Maar dat was niet zo erg. Waar het me die dag om te doen was, was het zoete zaligheidje dat op me lag te wachten in Deli de Luca. Na een goed uitgekiemd wie-neemt-welke-taart-zodat-ze-allemaal-vertegenwoordigd-zijn-op-onze-tafel-plan (dat was dan natuurlijk wel waterdicht), zaten 9 uitgelaten meisjes en 2 jongens, die zich stilzwijgend afvroegen waar al die commotie goed voor was, rond de feesttafel. Het aansteken van de verjaardagskaarsjes kon niet snel genoeg gaan en 18 meisjesogen glinsterden nog heviger. We namen elk een hapje van onze eigen brok zoete zonde en gaven die dan door, zodat iedereen alles kon proeven. Ik vond de ene al wat lekkerder dan de andere, en mijn intuïtie had me niet in de steek gelaten: ‘de mijne’ was de bestigste!
Maar zoals ik ook al voorspeld had, de zoete zonde was zwaar. Dit is geen ‘toetje’ voor elke dag, maar wat een heerlijkheid op een hoopje!


Het optreden die avond bestond uit Belgische Blackbox, geestige Eagles of Death Metal en een hele hoop snorremannen in het publiek (en alsjeblief, laat dit enkel een ode zijn aan de zanger en de gitarist).
Een mooiere Osloverjaardag had ik me eigenlijk niet kunnen inbeelden.


Dinsdag lesdag. Geir gaf een interessante uiteenzetting over ‘wereldvisie en de rol van o.a. religie’ (zo interessant dat ik alweer het onderwerp van mijn volgende, grote paper heb gevonden). Daarna volgde de voorstelling over Oekraïne, waarbij mooie foto’s en chocolaatjes me deden wegdromen, en Finland, gegeven door de erg spraakzame Anni: geen foto’s of zoets nodig om me te overtuigen dat land ooit te bezoeken.
In m’n kamer: werken voor school (en stiekem reisplannen maken, Anni was echt heel overtuigend).


Woensdag opnieuw religie met Geir. En wanneer je jezelf dan eens voorneemt om goed door te werken en binnen te zitten, schijnt de schaamteloze zon de hele dag. Die avond toch nog even naar buiten kunnen gaan, we waren immers uitgenodigd op een waffleparty and pancakefestival in Ulleval (een van de studenthuizen hier) door Eszter Hongarije en Nathalie Frankrijk. Pannenkoeken bakken in pannen die er niet voor bestemd zijn is voor niemand een lachertje. Gelukkig werkten de Noorse wafelijzers wel.
Die avond werden de reisplannen nog wat concreter uitgewerkt.


Donderdag opnieuw religie met Geir. Daarna werd Duitsland (het meest geliefde gerecht van de Duitsers is spaghetti, nu weten jullie dat ook) en Nepal voorgesteld. Tijdens al dat internationale gelach en enthousiasme valt onze afkomst niet op. Één pot nat, iedereen gelijk. Maar dan krijg je beelden van Chhavis thuisland en –situatie en verstomd dat lachen toch wel even. Rotverwend zijn wij hier.


Vrijdag stond onze laatste muziekles (Nu al laatste? Zijn we dan al zo ver?!) met Jan Sverre geprogrammeerd. Na theoretische uitleg over zijn persoonlijke onderzoek naar de minderheidsgroepen en hoe ze muziek gebruiken om hun traditie in ere te houden, kwam het praktische gedeelte: leren djembé spelen en de voormiddag afsluiten met 'Sasha Sasha один, два, три' volksdansen.
Na de les was het tijd om nog eens van de sneeuw te genieten en gingen Eszter en Mici Hongarije, Toon, Lobke en ik België sleeën. En hoe! Beide koppels huurden sleeën, maar ik waagde het met ‘een schijf’. Eszter waarschuwde me voor de pijnlijke buik- en beenspieren, maar over sneeuw eten had niemand een woord gerept! Mijn slee-enthousiasme werd ingeruild voor een help-ik-zie-niets-en-verdekke-sneeuw-in-je-gezicht-is-koud gevoel. Gelukkig kon ik Lobkes funky zonnebril lenen en zag ik toch al waar ik heenging. Giechelend op mijn schijfje. Na één afdaling (die zeven metrohaltes lang is), hield ik het voor bekeken, mijn tweede lading bezoekers wachtte immers op me.
Een uurtje later stonden Mama en Papa Familie aan m’n voordeur voor een kleine kamerinspectie en uitwissel van thuisspullen. Mama had, nadat ik haar mijn verhaal over ‘het kamer kuisen met wc-papier door gebrek aan dweil’ had geschreven, de Swiffer uit elkaar gevezen en zo meegesmokkeld in haar valies. Typisch, zo op z’n mama’s, maar meer dan welkom!
Samen de haven doorgewandeld en lekker gaan uiteten in het Tullin’s café (dit wordt een weekend van restaurantbezoekjes, yes!).
Achteraf ging ik nog even naar het studentencafé waar een Zuid-Afrikaanse groep zou optreden. En dat deden ze ook, na het performance van een grappig clubje dansers die zorgde voor een mix van Kebab Norwegian, enkele duidelijke politieke boodschappen en dans.


Vandaag volgde, na een lange stilte, een geslaagde volgende halte in het eindhalteproject (de metro nemen tot een willekeurige eindhalte en zien waar je uitkomt): een wandeling rond een dichtgevroren meer in de stilte van de Noorse wouden was het resultaat. De willekeurige busrit werd iets minder geslaagd, dus trokken mama, papa en ik verder naar het Vigelandpark (ja, dat ene) en het bijhorende museum. Na een koffietje (staat al aangeduid op het lijstje), volgde opnieuw een wandeling door de haven. Deze keer gingen we op zoek naar het restaurant van deze avond en dat was al snel gevonden.


Ohja, die reisplannen van hierboven?! Eentje wil ik al wel verklappen: ik ga naar IJSLAND! Samen met Isabel en Marilen Zwitserland en Toon naar de warmwaterbronnen. Yes, my middle name is Spoiled Rotten.

maandag 9 maart 2009

Happy Oslo birthday to you!

koffie: 13
… waarvan Deli de Luca: 9

Tijdens onze opleiding in Brussel leerden we dat, om objectief het storende gedrag van een kind te kunnen waarnemen, en de woorden ‘altijd’, ‘steeds’ en ‘voortdurend’ te relativeren, we dat gedrag moeten vastleggen, zodat we kunnen nagaan hoeveel keer ‘altijd’ wel degelijk is. Dat doe ik dan ook maar met mijn eigen (minder storende) gedrag: hoeveel kopjes koffie drink ik? Kan ik wel spreken van een verslaving? Aangezien het resultaat hierboven (13 kopjes op 37 dagen): neen.

Een sprong terug naar woensdag.
De tweede stageschool werd uiteindelijk minder grensverleggend dan de eerste, maar ik heb er wel gezien hoe ‘mother tongue teachers’ samen met de klasleerkracht voor de klas staan. En ook al werden er op dit schooltje minstens 25 verschillende talen gesproken, en is dus niet iedereen gebaat bij de hulp in ‘Urdu, Somali, Arabic and Tamil’, vind ik dat dat initiatief applaus verdient.

Donderdag genoten we, al heel wat meer student dan toerist zijnde, opnieuw van een gratis internationaal dinner. Dit keer luisterden we niet naar een 2 uur durend levensverhaal van een noodle-koning, maar stond naast een soort hutsepot ook de geschiedenis van de Filippijnen op het menu. Na 15 interessante minuten wapperde de altijd breedglimlachende organisator wild met z’n handen en bedacht de jonge Filippijnse spreker een einde voor zijn verhaal.
Achteraf, aangezien de nacht nog jong was (19u30 om precies te zijn), trokken enkelen naar het Memphiscafé. We zochten samen naar worstjes, krulden onze tongen, Hedvig Hongarije gaf zelfs een vliegdemonstratie en … de Duitser die er was komen bij zitten vroeg zich met grote ogen af of het enigszins mogelijk was dat er iets in ons drankje zat.


Vrijdag werden we opnieuw in de klas verwacht om onze indrukken te bespreken (en weekendplannen te delen -shht-). Isabel, Gemma en ik gingen daarna op zoek naar geschikte cadeautjes voor Kikki Noorwegen en Jerney, die ons dat weekend uitgenodigd hadden op hun verjaardagsfeestje. Tijdens die voormiddag landde ook mijn eerste bezoekers in Oslo Gardermoen. Ik sprak met Dieuw Familie en Wouter Familie af in het Grand Hotel op de hoofdstraat van Oslo. Hét Grand Hotel?! Ja, nummer 31: mannen in kostuums, vrouwen in mantelpakjes, elektronische schoenenpoetsmachine, antieke spiegels, nog oudere lampenkappen en kamers die luxe uitstralen (‘het proberen’ was er toch al). ‘Ach, dit was een promotie. En we doen het voor de sauna en het ontbijt he.’ Jaja, natuurlijk.

Na wat door de haven gewandeld te hebben, belandden we in de Deli de Luca waar het allemaal begon. En ik was niet de enige die op slag verliefd werd op de ‘sjokoladekjeks’, laat dat duidelijk zijn. Achteraf begeleidde ik Dieuw en Wouter naar ‘de lift’, maar bleef zelf liever veilig op de grond. Mij krijg je niet gauw meer in dat glazen hokje.

Die avond trokken we na vermoeiende en lange dag vroeg naar bed. Tenminste, dat was hun plan. Want nadat ze het wasgroentje verzekerd hadden dat het geen kwaad kon dat zwart bij kleur in hetzelfde machine zat en dat dat ene witte onderbroekje er ook wel bij mocht, moest ik die grote was nog te drogen hangen. En na de eerste aflevering van de 2de serie van Ally (meegekregen), viel ook ik in diepe slaap.


Die hier in Oslo maar niet lang wil duren.
Ik trok zaterdag opnieuw naar het Grand Hotel, om van daaruit met Wouter ‘Hagar’ en Dieuw het Vikingbotenmuseum te bezoeken. Pas toen ik Wouter zo enthousiast over de Noormannen hoorde praten, viel me op dat, buiten dat museum, hier niet veel verwijst naar de ‘barbaarse’ geschiedenis.
Na het museum trokken we naar het Literaturhus, waar -de naam kan je letterlijk nemen- boeken lezen en een gezellige koffiepauze samen gaan. (Koffie nr. 12)

We trotseerden de natte sneeuw opnieuw en durfden zelfs het risico ‘Wouter leest kaart’ te nemen. En zo wandelden we langs typische Noorse huisjes naar het Vigelandpark (dat met al de beelden, ja).
Later op de avond aten we in het Tullins’ Café, waar Wouter en Dieuw de mensen in de ruimte onderlegden aan de wie-ziet-er-het-Noorst-uit test. Conclusie: die ene naast de rapper, de Vikingkoning in het hoekje en de blonde meisjes zijn hier anders blond. En zure room op een pizza is lekker.
Hou je vast, want wat er daarna gebeurde is best wat schokkend. Aangezien de pizza wat aan de kleine kant was, werd er voorgesteld om chocoladecake te halen… bij DdL. Terwijl ik, na al die tijd nog steeds wachtte op mijn Oslo birthday (die, zoals de titel doet vermoeden, vandaag valt!), kochten Wouter en Dieuw een stuk chocolade- en een stuk chocolade-met-caramel-en-nootjes-cake… en ik heb NIET geproefd!
Die cake werd meegenomen naar m’n studentenhuis, waar Toon, Gerd, Isabel, Anni en Jani Finland, Dora, Hedvig, Eszter en Michael Hongarije op ons wachtten. Het werd een grappige, soms wat gefrustreerde spelletjesavond, waaruit bleek dat de laatste 3 Amerikaanse presidenten, Spiderman en Micheal Jackson het best gekend zijn in een multiculturele groep.


En net wanneer je denkt dat je je wekker niet nodig hebt (ik word toch steeds zo vroeg wakker), overslaap je je…
Zondag gingen we naar Frognesteren, de besneeuwde heuvels van het eindhalteproject. De verwondering over het feit dat mensen met ski’s en boards de metro opstappen was groot. Ook het vakantiegevoel (sneeuw!) werd groter naarmate we verder van het stadscentrum wegreden.
Na een verwarmend kopje koffie in een gezellig hoekje, volgde het afscheid. Dankjewel voor het leuke weekendje Dieuw en Wouter!

Die avond kwam de hele klas (met uitzondering van de Spaanse meisjes) samen bij Kiki thuis voor het verjaardagsfeestje. Het feestvarkenduo had een spelletje voorbereid (verkleed iemand uit je groepje met de inhoud van dit zakje) waardoor het groepsgevoel nog groter werd en de danskriebels niet langer onderdrukt werden (of kwam dat door de tequila? -neenee, ik niet-).
De anderen namen de bus richting ‘Club aan de Haven’, ik richting bed om slaap in te halen.


Zoals al eerder aangehaald: vandaag is het mijn en de anderen hun Osloverjaardag. En of ik uitkijk naar dat grote donkerbruine stuk taart, waar de iets lichter bruine caramel afdruipt en de nootjes een welgekome afwisseling zullen zijn voor de zware zalig zoete chocoladesmaak.
Maar eerst met de ferry naar een van de eilandjes hier en de koude trotseren.

Oeh en dan taart…

donderdag 5 maart 2009

dinsdag 3 maart 2009

Pok!

Lap, mijn eetlade is weer leeg...


Vrijdagavond hebben we (Jerney en overgevlogen vriendje, Aniek en overgevlogen vriendje, Marilen, Toon en ik) achter de grijze muren van onze achtertuin Grønland een kleurenschattig (of een schat-aan-kleuren) café ontdekt. Deze onverwachte ontdekking bracht Marilen op het idee de wijk (die bekend staat als goedkope immigrantenbuurt) de dag nadien verder uit te pluizen. Zonder kaart of plan, dat verwoest namelijk het avonturierenbloed van internationale studenten. Die avond stond ‘Swingeling’ (met bijhorend snorretje) op het programma, maar we trokken al naar huis voor het swingen los barstte. Nadat Jerney met zichzelf gelachen had omdat ze net nog samen met René Nederland tegen de grond was gegaan op het spiegelgladde ijs, wilde ze zichzelf overtreffen en maakte ze een klein huppelsprongetje. Twee seconden later lagen ze -opnieuw- allebei met hun rug op het ijs, hun benen nog wat naspartelend van de poging om zichzelf staande te houden.

Maar het moet gezegd, niet het alcoholgehalte in Jerneys bloed, maar het gevaarlijk wisselspelletje tussen het smelten en opnieuw aanvriezen van de sneeuw zorgt hier voor veel glijgevloek en schuifgeërg. Ik ben nog nooit gevallen *hout vasthouden* en zou dat ook graag zo willen houden, dankjewel.

Zaterdag trokken Marilen, Toon en ik, zoals gezegd, zonder plan door Grønland. Toen we een interessant oud gebouw spotten, probeerden we uit te zoeken waarvoor het zou gediend hebben/ dienen. Voorzichtig, bijna voetje voor voetje, kwamen we dichterbij het grote gebouw. Op het einde van een kale gang stonden we voor een gesloten poort. Het bord dat waarschuwde voor een mogelijke drugscontrole met bijhorende snuffelhond en de prikkeldraad duwde ons vermoeden al wat in een bepaalde richting. Net wanneer Marilen uitriep dat dit een gevangenis was en ze vrolijk naar de camera wuifde, weerklonk er een stem uit de muur. ‘Hello… Oh, I see that you are just looking around. Well, have a nice day!’ Vriendelijke bewakers hebben ze hier.
Wat overdonderd -we dachten immers dat het een klooster was- trokken we verder rond de gevangenismuren en zagen we 2 blauwe torens met koepel verschijnen ‘in het gevang’. Uiteindelijk lag de wonderlijke blauwe mozaïekmoskee naast de gevangenis. We werden spontaan uitgenodigd voor een wandeling door de moskee. Wel op een andere dag, aangezien er net een ‘begrafenismis’ plaats vond. Hopelijk komt er nog een volgende keer, de man beloofde immers dat de binnenkant zoveel mooier was dan de buitenkant.

Verder gingen we nog naar het Radison SAS hotel, waar je tot op de 34ste verdieping kan. Toon en ik zochten onze angst op (waarom doe ik dat toch altijd!?) toen we met de doorzichtige (snelle) lift naar de het-fantastische-zicht-op-Oslo verdieping zoefden. En ook al knikten mijn knieën hevig, kneep ik de ballustrade fijn met mijn handen en bleef ik op een veilige afstand van het raam, toch genoot ik stilletjes van het uitzicht.

’s Avonds leerden we onder andere dat Québec naast een provincie ook een stad is en dat Litland zich ergens tussen Letland en Litouwen bevindt.


Zondag werd er opnieuw een cultuurtripje aangeboden voor de internationale studenten. Het Nobel Peace Center aan de haven biedt virtueel onderdak voor de meer dan 100 laureaten van de Nobelprijs voor vrede. Het opzet is mooi, maar de overvloed aan informatie was net iets te veel voor mijn vermoeide ogen en benen. Zou ik dan toch beter aan een koffieverslaving beginnen?


Maandag wilden we gaan cross country skiën, maar de overvloedige sneeuwval en mist dreef ons naar de gym. Daar smeedden we plannen om er nog eens een multiculturele avond van te maken. Die avond dan zaten Dora (Hongarije), Marilen (Zwitserland), Gemma (Nederland), Toon, Gerd en ik (België) samen rond de pasta met tomatentonijnsaus en de laptop met dansmuziek.


Vandaag, dinsdag, ging ik naar mijn tweede en meteen laatste fieldworkschool samen met Anthony Frankrijk. Ik zag niet zoveel nieuws, maar woonde wel een religieles (hier wordt geen godsdienst gegeven) bij en diende als levende bewijsstuk waarom ‘jullie Noorse kindjes Engels moeten leren! Stel je voor dat ik en Debbie geen Engels konden, dan zouden we elkaar nu niet verstaan…’ Nou, jullie weten het he, kindjes.


- Hier word je echt gelukkig van de dingen die je in de supermarkt vindt. Bij nader inzien, zal ik dat maar niet veralgemenen: ik word gelukkig van de producten hier. Naast de yoghurtjes die je steevast op elk uur van de dag een Goeie Morgen wensen (Go’ Morgen) en de muësli die je een Prettige Dag toewerpt (Go’ Dag), vind je de melkkoeien. Ze hebben er hier rozerode met gele stipjes, lichtbruine, donkerbruine en donkerbruine met witte vlekjes. Aan jullie om uit te zoeken welke melk ze geven…

En ik kan jullie vertellen, de donkerbruine met hawaïkrans om produceert heerlijke ...melk!

donderdag 26 februari 2009

smootshie

Je gaat toch wel snel blozen van de zon. Soms voelt het net alsof je betrapt wordt omdat je iets te lang naar haar kijkt en je verlegen wangen een kleurtje krijgen ...


Dinsdagmorgen, toch wat zenuwachtig. Ga ik op tijd zijn? Gaan we goed opgevangen worden? En wat als we moeten helpen?! In het Noors dan?!

Nodeloze zorgen. Een vriendelijke man stelde zichzelf voor als Erik (geen meester Erik) en zo begon een verrijkende fieldworkperiode.
Hij liet ons onszelf voorstellen in de klas. Isabel begon, als een Noorse spraakwaterval met mooie rollende "r". Daarna was het Neus (Nee-oes, voor diegenen die het vorige bericht niet gelezen hebben) haar beurt en ook zij probeerde het in het Noors. Dan ik, wat verveeld: "Eh, hi I'm Debbie and I don't speak any Norwegian..." Erik glimlachtte en haalde de wereldkaart boven en toonde Zwitserland, Spanje en België.

Nadat de kinderen de letter 'd' ingeoefend hadden en wij onze ogen uitkeken, volgde de 'middagpauze', ook al was het nog maar 10u30. Het tweede deel van de dag stond wiskunde op het dagplan. De kinderen leerden (nu nog maar) hoe ze vanaf 6 moesten aftrekken. En dan gebeurde het: nadat Erik de kinderen hun werkblaadjes liet invullen en ik een meisje zag sukkelen, kwam het leerkachtengevoel naar boven. Tijdens de les had ook ik goed opgelet, en zo de cijfers van 0 tot 10 geleerd. Min is 'minus', plus is 'plus' en meer heb je niet nodig! Dacht ik. Na wat getwijfel -ga ik dat meisje niet in de war brengen?- probeerde ik alvast: Fem minus toe? (5 - 2?) Uiteindelijk heb ik het na een 10-tal oefeningen uit handen moeten geven, ze bleef plus en min door elkaar slaan, maar ik had dan toch mijn eerste lesje in het Noors gegeven...

Het schoolleven in de Tonsenhagenskole is helemaal anders dan bij ons in België, maar daar ga ik niet veel over schrijven, wil ik er geen meterslange blog op nahouden (dus heb ik het niet over het feit dat Erik op z'n knieën ging zitten om de kinderen elke morgen en middag een hand te geven, dat de kinderen hier erg onafhankelijk zijn, dat er geen hekken of beschutting rond de speelplaatsen staan, dat kinderen op skilatten naar school komen, dat ze het hier jammer vinden dat de nadruk van het lesgeven nu op wiskunde en taal ligt, heb ik het ook niet over het feit dat de meeste dagen eindigen om 13u30, behalve woensdag: dan hebben ze een halve dag: 12u30, dat leerkrachten elkaar lesgeven, ...). Toen we op de weekplanning keken zagen we dat er élke donderdag een buitendag gepland wordt, wat in de winter vertaald wordt als 'skidag'. Mijn ogen glinsterden. Zouden wij dan ook mee mogen? 'So if you would like to join us into the woods on Thursday...' Jaha!


Woensdag zagen we de kinderen bezig tijdens een soort doorschuifsysteem bij Erik. Tijdens de 'middagpauze' kwamen kinderen uit de andere groep erbij zitten en opnieuw mochten we onszelf voorstellen en daar hadden we het weer: Isabel en Neus in het Noors, ik in het Engels. Dat wilde ik niet nog een derde keer meemaken, dus vanaf die dag kan ik me voorstellen in het Noors. Maar veel verder dan een 'Ik heet Debbie, Jeg hetter Debbie, ik kom uit België, jeg kommer fra Belgia, ik spreek geen Noors, jeg snakker ikke Norsk.' gaat het niet.

Die avond werden de Belgen en Dora Hongarije uitgenodigd bij Marilen voor een beloofde, typische Zwitserse rösti. Tijdens de uiteenzetting over Zwitserland vroegen enkelen van ons hoe het mogelijk was dat aardappelsnippers zonder enige toegevoegde stof aan elkaar konden plakken en zo een aardappelschijf (lijkt op een dikke pannenkoek) vormden. Daarop zei Marilen dat ze ons wel een kijkje gunde in de wondere wereld van de rösti en dus trokken we woensdagavond naar haar keukentje, dat zich bevindt op de 12de verdieping van een van de studentenhuizen. Het uitzicht over de stad, dat je ook vanuit haar kamer kan bewonderen, is eentje om stikjaloers op te zijn.


Slaperig trok ik donderdagmorgen naar de bus en de school. Erik begroette me opnieuw glimlachend en vertelde dat hij de dag ervoor schoenen had gevonden in maatje 39. Mijn outfit was compleet: schoenen, latten, sticks en een warm sneeuwpak (en dat allemaal mogen lenen van de school). Zo trokken de 3 leerkrachten met de 56 kinderen, met nog 3 extra grote erachteraan, naar het woud.

Zo enthousiast we alledrie voorheen waren, zo onwennig schoven we op onze latten langs de besneeuwde bomen en ploeterende kinderen. Aangezien het devies hier 'learning by doing' luidt, lieten we de kinderen dan ook ploeteren (grotendeels omdat we zelf heel wankel op onze voeten stonden). En daar was ze dan, onze eerste afdaling van welgeteld 3 lange meters. Één voor één vielen we en gierden we het uit en dit bleef ook voor de kinderen niet onopgemerkt. Ik kan niet meer tellen hoe vaak ik in de diepe sneeuw ben beland, maar de reactie van de kinderen was hartverwarmend. Het begon met rare gezichten ('Kunnen die dat nu echt niet of doen ze maar alsof?'), daana kwamen de geniepige lachjes ('Phihihihi'), de 'ik-zal-eens-laten-zien-hoe-gemakkelijk-het-is' kunstjes en uiteindelijk de helpende handjes die breedglimlachende kinderen ons aanboden.

Erik had hout gesprokkeld en begon een vuur te maken. Na het fluitsignaal van één van de juffen kwamen de 56 kinderen uit alle uithoeken van het woud aangekropen en gegleden, om hun lunch boven te halen. Zij die wilden, konden hun worstjes of broodjes roosteren in het vuur. (Hou in je achterhoofd dat het hier om kindjes uit het 1ste leerjaar gaat.) Er werden stokken gezocht, waaraan punten werden geslepen en het stokje ging dan in het vuur. Vele worstjes heb ik in dat vuur zien verdwijnen en enkele broodjes kwamen zwartgeblakerd naar de eigenaar terug. Maar geen beteuterde gezichtjes: van die zwarte stukjes en de asse krijg je immers een mooie zangstem... (wat je kinderen al niet kan wijsmaken... en dat werkt dan ook nog!)



Mijn slaperige gevoel van de voorbije dagen was op slag verdwenen, net als de sneeuw voor het schoolgebouw door de zon weggesmolten was. Dit was één van de meest 'Noorwegenste' dagen die ik beleefd heb. En ik zou het best gewoon kunnen worden.

Marilen toonde me die namiddag de weg naar een goedkoop fruit- en groentewinkeltje 'om de hoek', in een gezellig straatje in Grønland. En ohja, de fruitjes zijn lekker...


Vandaag volgde er een bespreking over onze observatiestage op onze campus. Daarna was het de hoogste tijd om nog eens wat van de cultuur proeven. Samen met andere internationale studenten gingen enkele van onze klas naar het Vigelandmuseum (het atelier van dé beeldhouwer van hét park in Oslo, dat ene met de vele beelden, 214 om precies te zijn). Sommige van Vigelands beelden zijn heel aangrijpend en puur. Ongecencureerd ook. Zoals de voorlaatste boom in de 'cirkel van het leven'. Het werk bestaat uit een hele rij levensbomen die het leven van de mens van z'n geboorte tot z'n dood weergeeft. In de voorlaatste boom zit een oude man die zijn handen uit frustratie om de takken heeft gekneld en met een verschrikt en woedend gezicht schreeuwt naar het skelet, de dood, in de laatste boom. Ook al was de schreeuw niet te horen, ze raakte me tot op het bot.


1/3 voorbij. Echt?
Echt...

maandag 23 februari 2009

kleine roze wolkbreuk

Een nieuwtje: de interactieve blog.



Wat schenken ze hier in brik?
tip: Ik doe alsof ik drink (ik lust het dus niet).


Vorige vrijdag kregen we tijdens de pauze in Elizabeths les de naam van onze fieldwork school meegedeeld. Ik sta samen met Isabel Zwitserland en Neus (uitgesproken als Nee-oes, niet hetgeen je in het midden van je gezicht vindt) Spanje in een lagere school buiten Oslocentrum.

We werden door de Spaanse meisjes uitgenodigd voor een Carnavalfeestje die zaterdag en na de les trokken enkele van ons naar " 't stad " op zoek naar verkleedkledij. Met lege handen kwamen we uit een tweedehandswinkel en zochten dan maar verder in de H&M en een speelgoedwinkel. Zij die me al wat beter kennen, weten dat ik niet gemakkelijk geld uitgeef (en dan zeker niet aan mezelf), dus zocht ik naar een goedkoper alternatief. Ik heb mijn zwarte pennenzak altijd al wat beschouwd als een klein schatkistje, met allerhande prullen die er eigenlijk niet in thuishoren. Zo vind je er nu o.a. een paar oorbellen, enkele blauwe parels en een belletje in. En dat laatste bracht me bij mijn outfit voor zaterdag: ik zou een poes worden. Halsbandje (haarbandje) met een belletje, diadeempje met papieren oortjes en een zwart neuspuntje and that is that. Laat anderen maar een supermanpak kopen of een cowboyhoed met bijpassend lichtgevend pistool dat ook nog eens lawaai maakt als je de trekker overhaalt. Maar voel je niet persoonlijk aangevallen, daar is niets mis mee!
Die avond (vrijdag) werd er een Global Campus Party georganiseerd, waar ik het fenomeen '... in brik' (hebben jullie al een idee?) leerde kennen. Na een korte quiz werden er plaatjes gedraaid (eerder: cd'tjes opgezet) en kon ik voor het eerst sinds lange tijd ook eens buiten mijn kamermuren dansen.


Zaterdag werkte ik na een te korte nacht (ik slaap hier toch niet zo goed) nog wat verder aan mijn cherry-paper en kon ik eindelijk het afrondende punt typen.
's Avonds werden we uitgenodigd op Amy Duitsland haar kamer. We kwamen net binnen wanneer Florian Duitsland werd omgebouwd tot Florina Duitsland en zagen dat het -euh- goed was. Uiteindelijk vertrokken er achtereenvolgens een boom, piraat, poes, Superman, 3 zigeunermeisjes, ondefinieerbaar individu gekleed in blauwe pyama, roze kamerjas en zonnebril (Florina had het dan toch niet gehaald) en hippie naar de eerste verdieping. Een kleine greep uit wat er die avond nog aan gespuis rondliep: een duivel, lieveheersbeestje, 3 engeltjes, meerdere indianen, Roodkapje, enkele Ghotsbusters and many more. Internationale studenten doen zeker niet onder voor de feesters op een stamfeestje...

Die avond opnieuw met de laatste tram naar huis. Was ik toch wel niet vergeten die poes van mijn gezicht te vegen zeker. Waarschijnlijk hebben niet veel Noren dit gemerkt, want blijkbaar is zaterdagavond hét uitgelezen moment om dronken over straat te lopen, je liefde aan sneeuw te verklaren en trams te bespringen.


Zondagvoormiddag heb ik me wat verdiept in het onderwerp van mijn fieldwork. Dinsdag, woensdag en donderdag trekken we er 3 dagen op uit om te gaan observeren. De lessen worden in het Noors gegeven en ik weet nog niet hoe ik de kinderen verstaanbaar ga maken dat ik eigenlijk geen Noors spreek. Nouja, een glimlach verstaan ze overal wel.

In de namiddag ben ik met Isabel op zoek gegaan naar het schooltje. Ik had haar op de bus nog maar net verteld over hoe ik eens de weg naar de Antwerpse Meir vroeg, terwijl ik op de Meir zelf stond (weet je nog Kathlien?), als we afstappen en de weg naar de Anna Rogstadsvei vragen. De vriendelijke vrouw mompelde iets in het Noors en wees naar het naambordje van de Anna Rogstadsvei. Gegiechel. Welja, misschien vragen vrouwen dan weer te snel de weg...
Achteraf zijn we samen nog een koffietje gaan drinken (in Deli de Luca nr. 17, waar ik toevallig al elke zondag geweest ben) en laat het nu net daar zijn waar er zich een barstje vormde in de roze wolk waarop ik me sinds enkele weken bevind: de 'koffie voor 10 NOK'-actie (Actie?! Niemand vertelde me ooit dat dit een actie was!) is afgelopen, back to 20 NOK. Boe...
Maar het moet gezegd worden: als dit dan de enige barst is -buiten het feit dat ik 's nachts niet goed slaap-, wat een goed leventje heb ik hier dan wel niet? Ga ik ooit nog naar huis willen?


-Nog even dit: elke keer we een Deli de Luca binnenstappen (en dat is nu al zo een 9-tal keren geweest), moet ik me ongelooflijk hard inhouden om te weerstaan aan de zoetgeurende en perfectuitziende caken en taarten die altijd net naast de kassa staan (verkoopstrategie nr. 1!). Samen met enkele andere meisjes hier heb ik een plan bedacht om te 'mogen' toegeven: we creëren een collectieve Osloverjaardag, kopen elk een stuk cake naar keuze (de mijne gaat uit naar die met chocolade, caramel en noten), planten er een verjaardagskaarsje in en genieten samen. Van elke cake een hapje.
Was het al maar mijn Osloverjaardag...


Ohja, het brikje? Het is wijn... vin du pays d'Or - Chardonnay


donderdag 19 februari 2009

You shouldn't laugh cherries.

"un, deux, trois, tadarie comme ci comme ça,
one, two, three tadarie the place to be *uh*"
Moest je het je afvragen: neen, dit is geen snelcursus Frans en Engels. Wel een vergeten muziekschat die ik enkele dagen geleden terug heb opgegraven.


Veel spannends heb ik niet beleefd maandag (als ook de rest van de volgende dagen). Wat gewerkt voor school, nieuwe foto's opgehangen in mijn kamer en de vloer eens geveegd.
Dat je daarmee een dag kan vullen...


Dinsdag gaven we in de namiddag (die hier begint vanaf 12u) de Belgische presentatie. En ook al heb ik maar 5 zinnetjes vooraan in de klas moeten zeggen, want daarna werd er in groepjes gewerkt, toch verstopten de zenuwkriebels mijn Engelse woorden ergens ver weg in mijn hoofd. "Lunchbreak" -'t is dat het zo ver van het Nederlandse 'lunchpauze' ligt he- vergeet ik nu toch niet zo gauw meer. Het hoekenwerk viel in de smaak, we kregen achteraf toch enkele positieve dingen te horen.
Later in de namiddag nog gewerkt voor school 'and I hope the teacher will not laugh himself a cherry when he reads my paper'. Ik vraag me af hoeveel letterlijke vertalingen er zich stiekem in dat werkstuk gaan nestelen. Ook al denk ik nu vaak in het Engels, het is niet zo gemakkelijk om de taal juist op papier (of op computerscherm) te krijgen. Ook het praten werkt soms storend. Je kan je eigen ideeën niet uiten zoals je graag zou willen dat ze overkomen. ‘As long as I understand the main idea, it’s fine’, zei Geir. Maar soms ligt het hem net bij de details. En wat dan? En da’s dan ook meteen een van de onderwerpen van mijn short paper, handelend over culture and language.

’s Avonds aten we bij Jerney (mijn eerst stukje echte zalm op Noorse bodem). Wanneer ik vorige keer schreef dat we bij de volgende pureeslag enkele aardappelen meer zouden moeten koken, zal ik dan nu vermelden dat we volgende keer maar weer wat gaan minderen. Door een klein berekeningsfoutje bleven er deze keer een piramide van 4 IKEApotjes over (zelfs na een verwoede vol-prop-poging van Toon en Jerney). 'Dat wordt dan een van de volgende dagen een gratinke he'.

Wanneer ik me achteref opnieuw in mijn kamer vol goeie moed achter de laptop en mijn boek had verscholen, klopte Toon op mijn deur en wierp me mijn USB-stick met een extractje van zijn muziekbibliotheek toe. Met als gevolg, en dit is geheel te wijten aan mijn eigen doen, jou treft geen schuld Toon, maar -en nu ga ik even heel persoonlijk worden- die avond sloot ik af met een uur durend ik-dans-voor-de-spiegel-in-mijn-pyjama-feestje. Of waren het er nu 2?


Woensdagmorgen verraste Christina Rusland ons met zelfgebakken muffins (nog steeds warm, duidelijk een ochtendmens!). De lessen verschillen hier niet zoveel van die in Brussels, want ook hier worden er volksdansen aangeboden. Gegiechel en geproest.

De namiddag zou je kunnen beschrijven als een verderzetting van dinsdagavond. Wat lezen, wat dansen, nog een paginaatje en nog meer gehuppel...


Vandaag volgden nog 2 presentaties. Ieder land heeft zo zijn charmes en overtuigingswijzen: waar België het moest hebben van interactie, kon Tsjechië rekenen op een aandoenlijke spreker die ons kon boeien en gebruikte Zwisterland chocolaatjes om de aandacht van het publiek erbij te houden.

In de namiddag kroop ik in bed (da's eens iets anders dan aan een bureau), alweer verscholen achter de laptop en het boek. En ook al heb ik mijn doel niet gehaald (short paper moet af), heb ik het dansen toch kunnen onderdrukken. Of toch bijna dan.


En zo probeer je dan een evenwicht te zoeken tussen werken voor school en 'te beleven'. Laat dat beleven maar weer beginnen, ik ben er weer voor de volle 100%!

zondag 15 februari 2009

Make your feet wet and roll them sushi's!

95% ... bijna helemaal opnieuw opgeladen.

Woensdagavond een klein stukje van de voetbalmatch Noorwegen-Duitsland meegepikt. Al was ik meer onder de indruk van de 11 tv-schermen in het kleine sportcafétje bij ons op de hoek dan het eigenlijke spel. Uiteindelijk won Noorwegen met 1-0 en besloot Florian, de Duitse jongen uit de klas, wijselijk die avond zich als Zwister uit te geven.

De volgende voormiddag gaf Elizabeth opnieuw een discussierijke les over 'the right to participate' en hoe kinderen onderworpen worden aan een hele resem tests.
Tijdens deze cursus moeten we elk de cultuur en opvoeding van ons land voorstellen en donderdag was het de beurt aan het 'gastland'. Marita en Christina 'Kiki' leidden ons door Noorwegen, langs watervallen en fjorden, naar de typische klederdracht die de straten van Oslo kleuren op 17 mei (en dan zijn we al thuis...), tot de uitbundige laatstejaars, die 3 (!) weken uittrekken om het einde van hun 'secondary school' te vieren. Erg vergelijkbaar met de doop en ontgroening bij onze studentclubs aan de universiteit of hogeschool: vetzakkerij, grappige en uitdagende opdrachten en feesten.

Die avond aten Aniek en Jerney opnieuw bij ons (gezellig én kostendrukkend). En ein-de-lijk kon Toon zijn befaamde puree maken. Volgende keer kopen we toch best wat meer aardappelen... de pot werd nog net niet uitgelikt, wat alleen maar positief opgevat kan worden: erg lekkere puree en minder smerige vaat achteraf.

Vrijdag zagen we Geir nog eens en het kwikke grijze mannetje wist ons allen te boeien met zijn les over 'Culture and Language'. De les is iedereen zelfs zo goed bevallen, dat het merendeel van de klas besloten heeft 'taal en communicatie' als onderwerp voor z'n "small paper" te kiezen. Of zou het kunnen dat de lekkere koekjes die hij meehad onze mening beïnvloed hebben?! Zo'n lieve docent he, die Geir (uitgesproken als G-Franse 'g'-aïr).
Vorige woensdag verjaarde Anni Finland (26). Ze nodigde ons vrijdagavond uit om sushi te eten op het kleine, maar erg mooie appartementje dat ze deelt met haar vriend (Anni en Jani, als dat niet voorbestemd is). We zouden om 17.30 afspreken aan het Nationaal Theater. Overmoedig trok ik erheen met mijn zwarte laarsjes aan ('zwarte kousen met zolen' zoals ik ze ook wel eens noem), aangezien ik de laatste dagen het gevoel had dat ik al wat gewend was geraakt aan de Osloiaanse koude. Overmoedig, daar zeg ik het juist, want na 5 minuten wachten op enkele laatkomers werd het duidelijk dat mijn voeten nog steeds niet koudebestendig waren. Naarmate de tijd verstreek, verloor ik meer en meer gevoel in mijn halfdode tenen. Na 20 minuten wachten stond ik op het punt door mijn voeten te zakken, als dat dan al mogelijk is, toen Isabel Zwitserland met haar brede glimlach aankwam gestapt. En dat was echt geen seconde te vroeg. Of te laat.

Die avond werd ik, na het maken van 'een rijstrolletje,' samen met de helft van de aanwezigen sushi-ontmaagd -congratulations, you're no sushi virgin no more!- en het was best wel lekker!




Na een gezellig avondje trokken Toon en ik net iets te laat naar huis ('He jammer, ik haal mijn 8 uren slaap niet meer...) om de volgende morgen op tijd klaar te staan voor de bus. Destination: Konsbergen Skicenter. De studentenvereniging van de hogeschool organiseerde een ski-uitstapje en na al die sneeuw de voorbije weken te hebben horen kraken onder m'n schoenen begon het snowboardgevoel al lichtjes te prikkelen in mijn buik (er was nog net genoeg plaats naast de misselijkheid).
Na een goed uurtje op de bus, wat naast vele foto's van de Noorse wouden, vele foto's van de Noorse sneeuw opleverde, kwamen we aan bij een klein skigebiedje. Na lang gesukkel met het materiaal stonden Toon en ik allebei klaar op ons board... dat 'regular' (links voor) ingesteld stond. Even inwisselen voor 'groovy' (knipoog naar de broer) en dan kon de sneeuwdag eindelijk beginnen (ondertussen was het al 12.30). Die dag zat er al heel snel weer op.



's Avonds bij Aniek Holland een lekkere pizza in de oven gestoken (neen, geen reuzenexemplaar) en dan maar vroeg naar huis vertrokken. Om de een of andere reden ga ik 's avonds steeds later dan gepland slapen. Een laptop en internet werken behoorlijk verslavend. En daar gaan mijn '8 uurtjes slaap' dan.

-Even tussendoor: heel wat mensen hier leven en werken voor het reizen. Onze docenten leefden al, een samenraapsel van allemaal, in Japan, USA, Ethiopië, Frankrijk, Lapland (ook al horen de 'Lappen' dat niet graag en worden ze liever Sami genoemd), Liberië en dan vergeet ik er nog. Anni en Jani hebben ook al heel wat van de wereld gezien en een Zweed die ik gesproken had, had Australië, Nieuw-Zeeland, Bali en het Midden-Oosten al (meermaals) bezocht. Een jaloers gevoel knaagt wat in mijn maag (de snowboardprikkels hebben wat plaats gemaakt), ook al mag ik helemaal niet klagen. Hier in Oslo.


Deze voormiddag (zondag) werkten Toon, Gerd, Tinne België (uit Antwerpen) en ik aan de presentatie van onze cultuur en opvoeding. Het wordt een hoekenwerk over 4 thema's, zijnde toerisme, aardrijkskunde en staat, het lagere schoolleven en diversiteit en differentiatie. De (toekomstige) leerkrachten die dit lezen, zullen wel weten wat ik bedoel. Voor de anderen: onze medestudenten zullen zelf de 'leerstof' kunnen verwerken tijdens een soort doorschuifsysteem, in plaats van een 20 minuten durende presentatie die we zouden geven aan het bord.

In de namiddag hadden we (België, Nederland en Zwitserland) het idee Bygdoy te bezoeken, waar je typische Noorse huizen en kerken kan vinden. De koude verraste ons echter en het feit dat we niet meteen vonden waarvoor we kwamen (toegegeven, we hebben misschien maar 1 minuutje gezocht, maar het was wel erg koud) droof ons in de warme armen van Deli de Luca. Daar heb ik kunnen genieten van mijn overwinning (ik won een weddenschap van Toon -10 chipsjes, kom zeg!) and the victory tasted oh so sweet...


's Avonds (kan je het al raden?) samen gekookt en gegeten en de vaat gedaan. Maar het isj togg ook soow ggezelligg he sjamen!

2 weken al. Tijd, sta stil. En... nu!