Dinsdagavond (7 april) kreeg ik het laatste bezoek over de Noorse vloer. Karen, Wouter, Evi, Cuyp en Stuart stonden me op te wachten aan Oslo S (eigenlijk had het omgekeerd moeten zijn, maar verrassing-laat-ik-ze-opwachten-intenties kunnen soms anders uitdraaien dan verwacht). Ze maakten er meteen kennis met de minder fraaie kant van Oslo: de verzamelende drugsverslaafden aan het station en het zachte gedruppel, dat weinig goeds (zijnde regen) voorspelde.
Woensdag trokken ze met z’n vijven van hostel naar mijn kamer/keuken in het studentenhuis. Na het inwijden van mijn kamer (ik laat in het midden hoe dit gebeurde) nam ik hen mee voor een dagje sight-seeing, aangezien de regen het alweer voor bekeken hield. Langs de jeugdherberg, waar Wouter en Karen die avond nog zouden overnachten (Gerd vertrok namelijk de volgende dag naar Stavanger, zodat haar kamerdeur plots open stond voor bezoekers.), naar het Rådhus, zo naar het Akerhus Slot (jongens en wapens, het blijft een gevaarlijke combinatie) en dan via de haven met z’n uitnodigende ligbanken naar mijn hoogtepunt van de dag: inderdaad, dé Deli de Luca aan de haven, diegene met de zeteltjes. Wat dit bezoek zo noemenswaardig maakte, was het feit dat -hou je vast- … we onszelf (zijnde de meisjes) op taart trakteerden! Aangezien ik niet goed ben in kiezen (en al zeker niet als het op het eten van zoveel verschillende zoetgeurende taarten en cakes aankomt), kwam Karen haar verlossende ‘Zullen we anders de chocoladecake en die rode daar delen?’ als geroepen. En hoe heb ik genoten van de chocolade-met-karamel-en-nootjes-taart en de tot dan toe onbekende Red Velvet Cake… ik kijk al uit naar het volgende, en alweer laatste, taart-eet-evenment (dat al in mijn agenda aangeduid staat).
Goedkoop en lekker eten staat hier gelijk aan een bezoek aan IKEA en zo trokken we met zeven (Toon sloeg dit aanbod niet af), met de gratis bus, naar de köttbullar, pizza en hotdogs.
Op de weg terug naar huis stopten we nog even aan het Operagebouw, dat er ’s nachts ook best indrukwekkend uitziet.
Donderdag toonde ik mijn gevolg langs enkele typische Noorse straatjes, de weg naar Vigelands beeldenpark. De volgende stop zou het Vikingmuseum op Bygdoy (schiereiland van Oslo) worden. Aangezien ik dit al bezocht had en er nog heel wat schoolwerk op me wachtte, keerde ik naar mijn kamer terug. Toen ik daar aankwam werd ik opgebeld door Stuart: ze hadden besloten toch niet naar het eiland te trekken, maar te profiteren van het zonnetje aan de haven. Of ik mee wilde genieten? Na een snelle blik op mijn boeken geworpen te hebben, haalde ik mijn zonnebril uit de kast en vertrok ook ik naar de haven.
Later die dag trokken we nog naar het operagebouw, waar Karen en ik (waarschijnlijk door een zonneslag) de schuine zijde van het gebouw naar beneden rolden. Gevolg: Karens riem stuk en Noren een bewijs rijker dat toeristen soms … gek kunnen doen.
Die avond was er opnieuw een spelletjesavond gepland voor en door klasgenoten. Dit keer zouden de Hongaarse meisjes koken, maar door de grote opkomst en het verschil in eetculturen, flansten Toon en ik snel nog iets in elkaar met overschotjes en de aankopen voor het avondeten van de dag nadien.
Vrijdag lieten we de stad en de gebouwen links liggen en trokken we, met worstjes, broodjes en ketchup in de aanslag, naar Sognsvann, het bevroren meer. Geef volwassen mannen sneeuw en het worden opnieuw jongetjes. Maar geef deze jongetjes enkele lucifers, papier en de opdracht dat ze een vuurtje mogen stoken voor het opwarmen van de hotdogs en ze hebben hun mannelijkheid meteen teruggewonnen.
Toen ik enkele maanden geleden, tijdens het uitstapje naar het bos met mijn stageschool, te horen kreeg dat je van 15 september tot 15 april vrij bent om in de natuur vuur te maken, dacht ik meteen aan ‘het scoutsvolk’ dat me zou bezoeken.
Veel nat hout, rook, smakende zelfgebakken worstjes en sneeuwballen later zaten we op de metro richting Frognerseteren, waar de hopen sneeuw plaats hebben gemaakt voor een wonderlijk uitzicht in de zon.
Alsof er de voorbije dagen nog niet genoeg fast food naar binnen gewerkt was, aten we die avond de befaamde reuzenpizza’s, met bijhorende reuzendrankflessen en reuzenbekers.
De avond was nog jong en Oslo gloeide nog wat na van de warme zon, dus trokken nog even naar de haven voor een Oslo-by-night-ervaring, met koffietje in de hand (of op het deken, mijn jas en handschoenen -die nu voor altijd naar 'kokosnoot met koffie' zullen ruiken).
Zaterdag scheen de zon opnieuw voluit, dus zochten we wat verfrissing op op de overzetboot. Met de wind in de haren, en de warme pull alweer aangetrokken (verfrissend was het zeker), kwamen we in Bygdoy aan. Na wat wandelen, luieren, politieke gesprekken voeren, zonnen en springen zochten we de boot opnieuw op. Stuart had afgesproken met een oude bekende uit Dilbeek, Cedric, en samen sloten we de dag in de zon af met een ijsje.
Die avond werd de Kanslerenkeuken op de 1ste verdieping opnieuw een drukbezochte plek: naast Karen, Wouter, Evi, Cuyp, Stuart en Cedric, sloten ook Toon en Gerd aan rond de tafel, waar een pot dampende spaghettisaus en bijhorende slierten voorgeschoteld stond.
Achteraf zochten we samen met enkele klasgenoten het Memphiscafé op, waar geen ID-cards vereist waren.
Zondag werd een dag waarop ik even op adem kon komen: na het afscheid van mijn laatste bezoekers, volgde achtereenvolgens de voorlaatste en laatste aflevering van Van Vlees en Bloed en de gehele laatste DVD van Ally McBeal. Nah.
Ohja, nog eens bedankt voor het ‘cakeje’. Het staat nog steeds onaangeroerd op mijn kast.
Maandag werd, omdat 1 dag blijkbaar niet voldoende was, opnieuw een rustdag. Kamer opruimen, het thuisfront op de hoogte brengen van de avonturen, mails versturen, reistips voor IJsland opzoeken, …
Dinsdag werd er hard gewerkt voor school, namelijk het verder verwerken van de tweede paper. ’s Avonds trok de Kansleren-verhuis-crew (Toon, Gerd en Dora Hongarije) naar Gemmas nieuwe plekje voor pannenkoeken. Met fruitsla. Om achteraf opnieuw verder de paper te schrijven.
Woensdag, opnieuw werken voor school (ditmaal was het eindwerk aan de beurt), afgewisseld met een avondje ‘IJsland plannen’ bij Marilen. Met fruitsla.
Donderdag, opnieuw… ik val wat in herhaling.
Die avond planden we een ‘get together’ met de klas, aangezien we elkaar al een hele tijd niet gesproken, laat staan gezien hadden. Met een hele troep naar Evergreen, waar de pintjes maar 29 NOK kosten. Tot 21u, want dan slaat de prijs op, met een verraste en iet wat teleurgestelde Toon als gevolg.
Vandaag kwam het langverwachte en felbegeerde bezoek aan de chocoladefabriek van Freia, de Noorse Cote d’Or. Niet zomaar een vergelijking, want de geleide toer in de ene fabriek in België (die ik in Halle ook al eens uitprobeerde) lijkt als twee druppels gesmolten chocolade op die in Noorwegen. Zou de overname van Kraft Foods daar voor iets tussen zitten? Hm...
We konden de fabriek zelf jammer genoeg niet bezoeken, maar werden overweldigd door chocoladehapjes en maakten onze eigen chocoladereep (die ik gaf aan de grootste chocoladefan van onze klas, Dora, die er niet bij kon zijn).
Plannen voor de nabije toekomst:
- Paper nog een laatste maal nalezen
- Nog wat sleutelen aan het eindwerk
- Rugzak maken
- Vliegtuig halen richting Reykjavik
Vrijdag binnen 2 weken zit ik op dit moment waarschijnlijk wat versuft aan tafel in de Belgische Ardennen… een tijdstilzetknop, dat zou nogal eens een uitvinding zijn.
vrijdag 17 april 2009
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten