woensdag 1 april 2009

We're the dancers -Hot Biscuits- ...

Je gaat best even opzij, ik moet een aanloop nemen… Grote sprong terug, waardoor er al wat gaten in mijn geheugen opduiken. De voorbije dagen heb ik vooral voor school (zowel voor de Belgische als de Noors) gewerkt, veel spannende momenten heb ik dus niet echt beleefd.

Zaterdag (21/03) durfde ik het eindelijk aan. Na al die weken sneeuw en ijs onder mijn voeten gevoeld en gehoord te hebben, wilde ik nagaan of ‘buiten een toertje lopen ’ al mogelijk was. En mogelijk (buiten enkele ijsplekken) was het.
Daarna genoot ik met Gemma en koffie van de ondergaande lentezon, opnieuw aan de haven (dit heb ik de laatste weken gepromoveerd tot ‘lievelingsplekje in de zon’). Die avond was er nog een Flower Power feestje gepland in 1 van de studentenhuizen. De Flower was er, de Power (bij mij) iets minder.

Zondag wandelden we (enkele klasgenoten) door een nieuwe buurt, bij ons om de hoek. Als Grønland onze achtertuin was, beschouw Grünerlokka dan maar als ons fraai voortuintje. We bezochten het vlooienmarktje en nadien wees Dora Hongarije ons erg enthousiast de weg naar ‘het kleine rode huisje, te midden van de grote grijze industriegebouwen, aan de waterval’.
Achteraf werden er in een gezellig cafeetje opnieuw reisplannen gesmeed tussen de theetjes, koffie en Belgische pint door: we zouden samen door heel Europa trekken, van woonplaats tot woonplaats. Van Hongarije naar Zwitserland, zo door naar Nederland en dan verder naar Tsjechië en … deze route zullen we waarschijnlijk enkel in onze hoofden afleggen …

Maandag luisterden we naar een erg interessante uiteenzetting van een UN-medewerkster, die eens niet enkel rozengeur en maneschijn verkondigde over de organisatie.
De dag werd nog interessanter door de uitstap naar het Anti Racist Center. Daar vertelde een medewerker hoe ze in dit centrum proberen de immigranten- en ‘etnische’ bevolking op een positieve manier met elkaar in contact laten komen en hoe ze jongeren proberen van de straten te houden door allerlei workshops, kampen en vergaderingen die ze gratis aanbieden.

Dinsdag liep ik na de les nog even langs Grünerlokka om me dan te begeven naar ‘Akkerbrygge aan de haven. Met Samovar en Nederlandstalig boek in de aanslag las ik verder in de zon.

Woensdag trok ik na de les (en na de gym) naar het Literaturhus. Dit keer niet met mijn boeken, maar met m’n laptop. Hier koppelde ik opnieuw het zeer aangename (koffietje met) aan het nuttige (schrijven aan die paper).

Donderdag werd een herhaling van woensdag. Alleen zouden we ’s avonds naar de film gaan -om toch maar eens te kunnen zeggen dat je naar een Noorse bioscoop bent geweest-. Isabel Zwitserland en ik zouden die avond naar ‘The Reader’ kijken. Onder het alom bekende motto ‘hoe meer zielen’, spraken we uiteindelijk met z’n 16’en af. Een onaangename verrassing aan de kassa (100 NOK, zijnde iets meer dan 11 euro, voor een filmpje), een goedgevulde snackrugzak in de filmzaal en een sterke-indruk-nalatende film later stapten we op de bus naar huis.

Vrijdag was het tijd voor bezoek nummer 3: ik vond Lot, Caroline en Sofie rond de middag in Oslo S(entraal), het centraal station van Oslo. Soms zijn er zo van die dingen die heel normaal worden, eens je een hele tijd op een plek bent. Lot wakkerde mijn zoektocht naar ‘schrijffouten’ aan (het Noors als geschreven taal lijkt soms verdacht veel op Nederlands-met-haar-op) en samen met de anderen werd dit zoeken de hoofdbezigheid (naast de bezoekjes aan Deli de Luca -ik ben niet alleen met mijn fascinatie!-) van het tripje.
We wandelden die koude dag nog naar het Vigelandpark (ja …), dronken een koffie (al dan niet met taart), trokken naar mijn keuken om wat te koken en vielen als een blok in slaap na (of tijdens) het kijken van enkele Sex and the City’s.

Zaterdag kwam de zon alweer door de grijze wolken en liet ik Sofie, Lot en Caroline achtereenvolgens de haven en ‘het kasteel aan de haven zien. Verder leidde ik hen naar de 34-verdiepingen-hoge-lift (en bleef ik opnieuw veilig met 2 voetje op de grond) en maakte ik hen daarna warm om te picknicken aan het Rådhus/Akkerbrygge/de haven en er te genieten van de zon.
Na een koffietje aan diezelfde haven vertrok ik al wat vroeger. Die avond had de Kansleren-crew (Toon, Gerd, Dora en ik) de klas uitgenodigd voor een etentje en spelletjesavond. Uiteindelijk zaten we met 19 (en ik weet niet hoeveel nationaliteiten) in onze keuken. Zowel het groentenbuffet-met-rijst-en-kip-en-Toon-zijn-lekkere-kaassaus als de fruitsla met ijs en gesmolten echte Belgische chocolade waren helemaal op (buiten een restje wit vanilleijs in de vriezer). Op het laatste speelden we enkele ijzingwekkende rondes Weerwolven en kropen we een uur later dan gepland in bed.

Zondag volgde een nieuwe eindhalte in het eindhalteproject. We stapten met z’n vieren af in Vestli. Zo veel was er niet te zien, maar als de zon schijnt, de witte sneeuw je haast verblindt en de vogeltjes fluiten, wat heb je dan nog meer nodig?
Na het uitbeelden van bekende films en neuriën van nog bekendere liedjes namen we de metro terug en bezochten we Grünerlokka met het vlooienmarktje en een koffie. Aangezien het zo’n mooi weer was, kon en mocht het fantastische uitzicht vanuit Frognerseteren (eerste eindhaltestopplaats) niet ontbreken. En ook een stop aan de reuzepizzaplaats konden we niet overslaan.
’s Avonds hadden we afgesproken met enkele van m’n klasgenoten in Blå, de jazzbar aan de rivier. Na wat ongelukkig heen-en-weer geloop (je ID card meenemen is een echte aanrader) geraakten we allemaal veilig binnen.

Maandag wuifde ik, na mijn les (en oooh het pikte om zo vroeg op te staan) Caroline, Sofie en Lot uit, opnieuw in Oslo S. Die dag was niet bepaald productief: de vermoeidheid sloeg toe, de Ally McBeal-afleveringen volgden elkaar op en na een klein gevecht in de keuken (en dat allemaal om een natte hand op je kaak, Toon) voelde mijn bed nog nooit zo zacht aan.

En dat merkte ik toen ik er dinsdag opnieuw uit moest. Ik sleepte me door de dag heen: van de les, naar het Red Cross Center (waar heel wat vrijwilligers -140- zich inzetten om jongeren te helpen met hun huiswerk en elke avond activiteiten voorzien), naar de fruitwinkel en via het Tullin’s Café (wachten tot het tijd was voor Marilen Zwitserland en Anni Finland hun Noorse les) naar een tentoonstelling met Isabel Zwitserland, die afgelopen bleek te zijn. Het sleepspoor zette zijn weg verder naar mijn kamer, waar mijn bed, Ally en een heel lange nachtrust me verwelkomden.

Vandaag, woensdag, met hernieuwde energie vroeg uit de veren en -hop- naar de les! Gemma Nederland verhuisde vandaag naar een ander studentenhuis en de Kansleren-crew, aardig als we zijn, bood zich aan als persoonlijk verhuisteam. Om de tijd tussen de les en het verhuizen te doden, trok ik dan maar naar de haven. In de zon. Met leeswerk.

Vandaag is het 1 april. Twee derde voorbij. En dat is geen grap…

Geen opmerkingen: