zaterdag 21 maart 2009

To pay or toupet?

Zondag nam ik mijn ouders mee voor een enkele uurtjes Noorwegen puur natuur: cross country skiën! Na wat gepruts en geglij kregen we onze schoenen geklikt in de bindingen en volgden de eerste valpartijen vrijwel onmiddellijk (en papa was de eerste!). De eerste ‘stapjes’ gingen traag en voorzichtig, onze knieën knikten alle zes, maar na een tijdje durfden we de pistes aan, kronkelend door de Osloiaanse bossen. De zon scheen na een tijd tussen de bomen door en bracht steeds meer mensen naar buiten. Opvallend veel papa’s roetsjten bergjes af, met joelende kinderen voor en achter op de slee en op hun schoot. Het knikken van de knieën bleef voortduren (vooral bij mama) tot dat we de dunne, lange latten definitief uit klikten.
Na al een hele tijd elke dag in de sneeuw te ‘zijn’, vond ik eindelijk een plaatsje om Kathliens sneeuwman te maken. Dat was dan ook weer op 1, 2, 3 gebeurd, aangezien de sneeuw hier op sommige plaatsen nog steeds met hopen ligt.

De dag bracht ons verder langs het indrukwekkende, nieuwe operagebouw aan het water. Verder langs de vuile hoek van de stad -blijkbaar moet aan deze voorwaarde voldaan worden om een stad een hoofdstad te kunnen noemen- , langs het kasteel aan de haven, naar dé Deli de Luca (dit wordt een verplichte halte in mijn persoonlijke sight seeing tour).
‘s Avonds konden we genieten van het magische lichtjeszicht over ‘Oslo by night’, in een bar op de 21ste verdieping van het SAS hotel. En genieten was het wel. Dankjewel mama en papa.
Later trok ik nog naar Blå, waar elke zondagavond een gratis jazzconcert aangeboden wordt. Toon, Lobke en ik stonden na een hele omweg plots middenin een mooie, alternatieve buurt. Na de strenge ID-controle doorgeraakt te zijn -de man zijn ogen gleden vier keer tergend traag van mijn gezicht naar de foto op mijn kaart en terug- zochten we onze klasgenoten in de bomvolle zaal op.
Een nieuw zondagavondplekje bij op de kaart van Oslo…


Maandag slenterden we (mama, papa en ik) nog wat rond in de hoofdstraat en gingen we ook het Rådhus aan de haven even binnen. Toen we iets in ‘de viskom’ gingen drinken, merkten we dat de mama’s hun kinderwagen buiten moesten laten staan. Niets abnormaal aan natuurlijk -veel plaats was er immers niet in het cafeetje- ware het niet dat ze hun baby ook buiten achterlieten! Warm ingeduffeld, off course, maar toch…
Na het uitzwaaien en het 'tot 1 mei!', ging ik met enkele klasgenoten met IKEA. Veel nieuws van dat uitje heb ik niet, alleen dat ik er kopjes (en geen tassen) kocht voor 1 NOK het stuk. 1 NOK! Da’s 0,11 euro! Ik heb er dan maar meteen 6 gekocht, gulzig dat ik ben.


Dinsdagmorgen werden we in ons klaslokaal met een stevige handdruk verwelkomd door onze laatste docent, de breedglimlachende socioloog Pål. Al snel werd duidelijk dat het gaat om een zachte, trotse papa die zich het leed van de wereld aantrekt (en dit probeert over te brengen bij ons) en het gebruik van suiker afzweert (het ontginnen van suiker is slavenwerk én het lichaam heeft het niet nodig).
Na de les volgden de presentaties van Rusland en Nederland. Opvallend hoe elke vertegenwoordiger de mooiste landschappen en de prachtigste gebouwen in de zomerzon betrekt. Zo is het niet moeilijk om mijn reiskriebels aan het fladderen te brengen he!


Woensdag volgde nog een les van de glimlachende papa. Na die dag besteed te hebben aan ‘werken voor school’, terwijl het buiten zo’n mooi weer was, kwam de uitnodiging om ’s avond bij Kristina Rusland te gaan eten niets te vroeg. Een Russische rijstschotel, enkele flessen wijn en een kiwi-banaansmoothie later en we speelden het ben-ik-een-banaanspel. Moet je daarvoor zo oud geworden zijn (en dan heb ik het niet over mezelf, maar onder andere over de 32 jaar oude Anthony, 26-jarige Anni en 24-jarige Nathalie)? Natuurlijk!


Donderdag was opnieuw een mooie, zonnige dag. Na een les van Elisabeth, over communicatie tussen kinderen en volwassenen in kleuterscholen, werden er opnieuw en deze keer voor de laatste maal, 2 landen voorgesteld. We leerden Hongaarse woorden en dat Boedapest (en niét Boekarest) de hoofdstad van Hongarije is en werkten in hoeken le tour de France af.
Die ‘laatste keren’ klinken echt niet mooi in mijn oren.

Ik had voor mezelf het prachtige plan opgesteld om buiten in de zon te lezen en werken voor school, dan koppelde ik het (zeer) aangename aan het nuttige. Nu heb ik na donderdag geleerd dat je zo’n plannen best niet luidop zegt… eerst zou Isabel Zwisterland me vervoegen (ze had beloofd me ‘met rust te laten’, ze ging in mijn Samovar lezen –boek dat we hier moeten lezen-), maar dan volgden ook Anni Finland en Marilen Zwisterland. En ja… Vat dit niet verkeerd op, ik heb honderduit genoten van het namiddagje kletsen en de skaters hun stunten bewonderen in de zon, aan de haven. Ik had zelfs mijn jas, wanten én pull ingeruild voor een zonnebril. Maar gewerkt?! Nee hoor…
Toen de zon haar warmte begon te verliezen, was het tijd om naar het international dinner te vertrekken. Deze keer waren het de Hongaarse meisjes uit onze klas die ‘Paprika Potatoe’ maakten. De lieverds hadden zelfs aan een vegetarische versie gedacht. De spreker van deze editie was een Noorse dokter, die zijn levensverhaal vertelde. Minstens even boeiend als dat van the noodle king, maar nu gelukkig in het Engels, zonder tolk.


Gisteren ging ik, na de voormiddagles van Elisabeth, een tweede maal met goede moed met mijn werkplan aan de slag en deze keer loonde het. Minder zon, veel meer gelees. Hierdoor miste ik jammergenoeg blijkbaar een wel erg spectaculaire rondleiding in het nieuwe operagebouw.
’s Avonds hadden Toon, Gerd, Dora en Hedvig Hongarije, Gemma Holland en ik een kleine verrassingsaanval bedacht voor de jarige Jirka Tsjechië. Gewapend met 60 (opgeblazen) ballonnen (nee, Jirka werd geen 60, maar wel 26) slopen we langs de brandtrap omhoog en verrasten we hem in zijn keuken. Later kwam de rest van zijn ‘floor’ en nog enkelen van onze klas. De rest van de avond werd er gesnoept van het Turks brood, gedanst in de keuken en oude Steps, Backstreet Boys en andere hits gezongen op straat.
De laatste metro naar huis en de eerste verdieping omhoog.


Gelukkige lente iedereen!

zaterdag 14 maart 2009

Debbie Spoiled Rotten Rosiers

En wat een verjaardag werd het…

Het plan (we nemen de eerste ferry die vertrekt en zien wel waar we uitkomen) zorgde voor enige besluitloosheid. Terwijl de jarigen uitzochten of we niet ergens een ferry konden vinden waar we niet extra hoefden te betalen (bovenop ons openbaar vervoerabonnement), dacht ik… neen dat kan niet… daar aan de overkant… Jan en Dries? Hoe klein is de wereld -of hoe groot is The Blackbox Revelation- maar toch, daar liepen Jan en Dries, gemeentegenoten en soon-to-be-wereldberoemd. Toon stapte op hen af en na wat gekeuvel kwamen 7 plaatsen op de guestlist voor hun optreden die avond ter sprake. Van een feestelijke afsluiter voor de dag gesproken!
Het ferrytochtje was ijskoud, het weer zat die dag ook niet echt mee, sommigen van ons hadden geen gepast schoeisel aangetrokken (ik zal geen namen noemen, Toon) en het beperkte uitzicht was voor sommigen ook een reden om havenwaarts te keren.
Maar dat was niet zo erg. Waar het me die dag om te doen was, was het zoete zaligheidje dat op me lag te wachten in Deli de Luca. Na een goed uitgekiemd wie-neemt-welke-taart-zodat-ze-allemaal-vertegenwoordigd-zijn-op-onze-tafel-plan (dat was dan natuurlijk wel waterdicht), zaten 9 uitgelaten meisjes en 2 jongens, die zich stilzwijgend afvroegen waar al die commotie goed voor was, rond de feesttafel. Het aansteken van de verjaardagskaarsjes kon niet snel genoeg gaan en 18 meisjesogen glinsterden nog heviger. We namen elk een hapje van onze eigen brok zoete zonde en gaven die dan door, zodat iedereen alles kon proeven. Ik vond de ene al wat lekkerder dan de andere, en mijn intuïtie had me niet in de steek gelaten: ‘de mijne’ was de bestigste!
Maar zoals ik ook al voorspeld had, de zoete zonde was zwaar. Dit is geen ‘toetje’ voor elke dag, maar wat een heerlijkheid op een hoopje!


Het optreden die avond bestond uit Belgische Blackbox, geestige Eagles of Death Metal en een hele hoop snorremannen in het publiek (en alsjeblief, laat dit enkel een ode zijn aan de zanger en de gitarist).
Een mooiere Osloverjaardag had ik me eigenlijk niet kunnen inbeelden.


Dinsdag lesdag. Geir gaf een interessante uiteenzetting over ‘wereldvisie en de rol van o.a. religie’ (zo interessant dat ik alweer het onderwerp van mijn volgende, grote paper heb gevonden). Daarna volgde de voorstelling over Oekraïne, waarbij mooie foto’s en chocolaatjes me deden wegdromen, en Finland, gegeven door de erg spraakzame Anni: geen foto’s of zoets nodig om me te overtuigen dat land ooit te bezoeken.
In m’n kamer: werken voor school (en stiekem reisplannen maken, Anni was echt heel overtuigend).


Woensdag opnieuw religie met Geir. En wanneer je jezelf dan eens voorneemt om goed door te werken en binnen te zitten, schijnt de schaamteloze zon de hele dag. Die avond toch nog even naar buiten kunnen gaan, we waren immers uitgenodigd op een waffleparty and pancakefestival in Ulleval (een van de studenthuizen hier) door Eszter Hongarije en Nathalie Frankrijk. Pannenkoeken bakken in pannen die er niet voor bestemd zijn is voor niemand een lachertje. Gelukkig werkten de Noorse wafelijzers wel.
Die avond werden de reisplannen nog wat concreter uitgewerkt.


Donderdag opnieuw religie met Geir. Daarna werd Duitsland (het meest geliefde gerecht van de Duitsers is spaghetti, nu weten jullie dat ook) en Nepal voorgesteld. Tijdens al dat internationale gelach en enthousiasme valt onze afkomst niet op. Één pot nat, iedereen gelijk. Maar dan krijg je beelden van Chhavis thuisland en –situatie en verstomd dat lachen toch wel even. Rotverwend zijn wij hier.


Vrijdag stond onze laatste muziekles (Nu al laatste? Zijn we dan al zo ver?!) met Jan Sverre geprogrammeerd. Na theoretische uitleg over zijn persoonlijke onderzoek naar de minderheidsgroepen en hoe ze muziek gebruiken om hun traditie in ere te houden, kwam het praktische gedeelte: leren djembé spelen en de voormiddag afsluiten met 'Sasha Sasha один, два, три' volksdansen.
Na de les was het tijd om nog eens van de sneeuw te genieten en gingen Eszter en Mici Hongarije, Toon, Lobke en ik België sleeën. En hoe! Beide koppels huurden sleeën, maar ik waagde het met ‘een schijf’. Eszter waarschuwde me voor de pijnlijke buik- en beenspieren, maar over sneeuw eten had niemand een woord gerept! Mijn slee-enthousiasme werd ingeruild voor een help-ik-zie-niets-en-verdekke-sneeuw-in-je-gezicht-is-koud gevoel. Gelukkig kon ik Lobkes funky zonnebril lenen en zag ik toch al waar ik heenging. Giechelend op mijn schijfje. Na één afdaling (die zeven metrohaltes lang is), hield ik het voor bekeken, mijn tweede lading bezoekers wachtte immers op me.
Een uurtje later stonden Mama en Papa Familie aan m’n voordeur voor een kleine kamerinspectie en uitwissel van thuisspullen. Mama had, nadat ik haar mijn verhaal over ‘het kamer kuisen met wc-papier door gebrek aan dweil’ had geschreven, de Swiffer uit elkaar gevezen en zo meegesmokkeld in haar valies. Typisch, zo op z’n mama’s, maar meer dan welkom!
Samen de haven doorgewandeld en lekker gaan uiteten in het Tullin’s café (dit wordt een weekend van restaurantbezoekjes, yes!).
Achteraf ging ik nog even naar het studentencafé waar een Zuid-Afrikaanse groep zou optreden. En dat deden ze ook, na het performance van een grappig clubje dansers die zorgde voor een mix van Kebab Norwegian, enkele duidelijke politieke boodschappen en dans.


Vandaag volgde, na een lange stilte, een geslaagde volgende halte in het eindhalteproject (de metro nemen tot een willekeurige eindhalte en zien waar je uitkomt): een wandeling rond een dichtgevroren meer in de stilte van de Noorse wouden was het resultaat. De willekeurige busrit werd iets minder geslaagd, dus trokken mama, papa en ik verder naar het Vigelandpark (ja, dat ene) en het bijhorende museum. Na een koffietje (staat al aangeduid op het lijstje), volgde opnieuw een wandeling door de haven. Deze keer gingen we op zoek naar het restaurant van deze avond en dat was al snel gevonden.


Ohja, die reisplannen van hierboven?! Eentje wil ik al wel verklappen: ik ga naar IJSLAND! Samen met Isabel en Marilen Zwitserland en Toon naar de warmwaterbronnen. Yes, my middle name is Spoiled Rotten.

maandag 9 maart 2009

Happy Oslo birthday to you!

koffie: 13
… waarvan Deli de Luca: 9

Tijdens onze opleiding in Brussel leerden we dat, om objectief het storende gedrag van een kind te kunnen waarnemen, en de woorden ‘altijd’, ‘steeds’ en ‘voortdurend’ te relativeren, we dat gedrag moeten vastleggen, zodat we kunnen nagaan hoeveel keer ‘altijd’ wel degelijk is. Dat doe ik dan ook maar met mijn eigen (minder storende) gedrag: hoeveel kopjes koffie drink ik? Kan ik wel spreken van een verslaving? Aangezien het resultaat hierboven (13 kopjes op 37 dagen): neen.

Een sprong terug naar woensdag.
De tweede stageschool werd uiteindelijk minder grensverleggend dan de eerste, maar ik heb er wel gezien hoe ‘mother tongue teachers’ samen met de klasleerkracht voor de klas staan. En ook al werden er op dit schooltje minstens 25 verschillende talen gesproken, en is dus niet iedereen gebaat bij de hulp in ‘Urdu, Somali, Arabic and Tamil’, vind ik dat dat initiatief applaus verdient.

Donderdag genoten we, al heel wat meer student dan toerist zijnde, opnieuw van een gratis internationaal dinner. Dit keer luisterden we niet naar een 2 uur durend levensverhaal van een noodle-koning, maar stond naast een soort hutsepot ook de geschiedenis van de Filippijnen op het menu. Na 15 interessante minuten wapperde de altijd breedglimlachende organisator wild met z’n handen en bedacht de jonge Filippijnse spreker een einde voor zijn verhaal.
Achteraf, aangezien de nacht nog jong was (19u30 om precies te zijn), trokken enkelen naar het Memphiscafé. We zochten samen naar worstjes, krulden onze tongen, Hedvig Hongarije gaf zelfs een vliegdemonstratie en … de Duitser die er was komen bij zitten vroeg zich met grote ogen af of het enigszins mogelijk was dat er iets in ons drankje zat.


Vrijdag werden we opnieuw in de klas verwacht om onze indrukken te bespreken (en weekendplannen te delen -shht-). Isabel, Gemma en ik gingen daarna op zoek naar geschikte cadeautjes voor Kikki Noorwegen en Jerney, die ons dat weekend uitgenodigd hadden op hun verjaardagsfeestje. Tijdens die voormiddag landde ook mijn eerste bezoekers in Oslo Gardermoen. Ik sprak met Dieuw Familie en Wouter Familie af in het Grand Hotel op de hoofdstraat van Oslo. Hét Grand Hotel?! Ja, nummer 31: mannen in kostuums, vrouwen in mantelpakjes, elektronische schoenenpoetsmachine, antieke spiegels, nog oudere lampenkappen en kamers die luxe uitstralen (‘het proberen’ was er toch al). ‘Ach, dit was een promotie. En we doen het voor de sauna en het ontbijt he.’ Jaja, natuurlijk.

Na wat door de haven gewandeld te hebben, belandden we in de Deli de Luca waar het allemaal begon. En ik was niet de enige die op slag verliefd werd op de ‘sjokoladekjeks’, laat dat duidelijk zijn. Achteraf begeleidde ik Dieuw en Wouter naar ‘de lift’, maar bleef zelf liever veilig op de grond. Mij krijg je niet gauw meer in dat glazen hokje.

Die avond trokken we na vermoeiende en lange dag vroeg naar bed. Tenminste, dat was hun plan. Want nadat ze het wasgroentje verzekerd hadden dat het geen kwaad kon dat zwart bij kleur in hetzelfde machine zat en dat dat ene witte onderbroekje er ook wel bij mocht, moest ik die grote was nog te drogen hangen. En na de eerste aflevering van de 2de serie van Ally (meegekregen), viel ook ik in diepe slaap.


Die hier in Oslo maar niet lang wil duren.
Ik trok zaterdag opnieuw naar het Grand Hotel, om van daaruit met Wouter ‘Hagar’ en Dieuw het Vikingbotenmuseum te bezoeken. Pas toen ik Wouter zo enthousiast over de Noormannen hoorde praten, viel me op dat, buiten dat museum, hier niet veel verwijst naar de ‘barbaarse’ geschiedenis.
Na het museum trokken we naar het Literaturhus, waar -de naam kan je letterlijk nemen- boeken lezen en een gezellige koffiepauze samen gaan. (Koffie nr. 12)

We trotseerden de natte sneeuw opnieuw en durfden zelfs het risico ‘Wouter leest kaart’ te nemen. En zo wandelden we langs typische Noorse huisjes naar het Vigelandpark (dat met al de beelden, ja).
Later op de avond aten we in het Tullins’ Café, waar Wouter en Dieuw de mensen in de ruimte onderlegden aan de wie-ziet-er-het-Noorst-uit test. Conclusie: die ene naast de rapper, de Vikingkoning in het hoekje en de blonde meisjes zijn hier anders blond. En zure room op een pizza is lekker.
Hou je vast, want wat er daarna gebeurde is best wat schokkend. Aangezien de pizza wat aan de kleine kant was, werd er voorgesteld om chocoladecake te halen… bij DdL. Terwijl ik, na al die tijd nog steeds wachtte op mijn Oslo birthday (die, zoals de titel doet vermoeden, vandaag valt!), kochten Wouter en Dieuw een stuk chocolade- en een stuk chocolade-met-caramel-en-nootjes-cake… en ik heb NIET geproefd!
Die cake werd meegenomen naar m’n studentenhuis, waar Toon, Gerd, Isabel, Anni en Jani Finland, Dora, Hedvig, Eszter en Michael Hongarije op ons wachtten. Het werd een grappige, soms wat gefrustreerde spelletjesavond, waaruit bleek dat de laatste 3 Amerikaanse presidenten, Spiderman en Micheal Jackson het best gekend zijn in een multiculturele groep.


En net wanneer je denkt dat je je wekker niet nodig hebt (ik word toch steeds zo vroeg wakker), overslaap je je…
Zondag gingen we naar Frognesteren, de besneeuwde heuvels van het eindhalteproject. De verwondering over het feit dat mensen met ski’s en boards de metro opstappen was groot. Ook het vakantiegevoel (sneeuw!) werd groter naarmate we verder van het stadscentrum wegreden.
Na een verwarmend kopje koffie in een gezellig hoekje, volgde het afscheid. Dankjewel voor het leuke weekendje Dieuw en Wouter!

Die avond kwam de hele klas (met uitzondering van de Spaanse meisjes) samen bij Kiki thuis voor het verjaardagsfeestje. Het feestvarkenduo had een spelletje voorbereid (verkleed iemand uit je groepje met de inhoud van dit zakje) waardoor het groepsgevoel nog groter werd en de danskriebels niet langer onderdrukt werden (of kwam dat door de tequila? -neenee, ik niet-).
De anderen namen de bus richting ‘Club aan de Haven’, ik richting bed om slaap in te halen.


Zoals al eerder aangehaald: vandaag is het mijn en de anderen hun Osloverjaardag. En of ik uitkijk naar dat grote donkerbruine stuk taart, waar de iets lichter bruine caramel afdruipt en de nootjes een welgekome afwisseling zullen zijn voor de zware zalig zoete chocoladesmaak.
Maar eerst met de ferry naar een van de eilandjes hier en de koude trotseren.

Oeh en dan taart…

donderdag 5 maart 2009

dinsdag 3 maart 2009

Pok!

Lap, mijn eetlade is weer leeg...


Vrijdagavond hebben we (Jerney en overgevlogen vriendje, Aniek en overgevlogen vriendje, Marilen, Toon en ik) achter de grijze muren van onze achtertuin Grønland een kleurenschattig (of een schat-aan-kleuren) café ontdekt. Deze onverwachte ontdekking bracht Marilen op het idee de wijk (die bekend staat als goedkope immigrantenbuurt) de dag nadien verder uit te pluizen. Zonder kaart of plan, dat verwoest namelijk het avonturierenbloed van internationale studenten. Die avond stond ‘Swingeling’ (met bijhorend snorretje) op het programma, maar we trokken al naar huis voor het swingen los barstte. Nadat Jerney met zichzelf gelachen had omdat ze net nog samen met René Nederland tegen de grond was gegaan op het spiegelgladde ijs, wilde ze zichzelf overtreffen en maakte ze een klein huppelsprongetje. Twee seconden later lagen ze -opnieuw- allebei met hun rug op het ijs, hun benen nog wat naspartelend van de poging om zichzelf staande te houden.

Maar het moet gezegd, niet het alcoholgehalte in Jerneys bloed, maar het gevaarlijk wisselspelletje tussen het smelten en opnieuw aanvriezen van de sneeuw zorgt hier voor veel glijgevloek en schuifgeërg. Ik ben nog nooit gevallen *hout vasthouden* en zou dat ook graag zo willen houden, dankjewel.

Zaterdag trokken Marilen, Toon en ik, zoals gezegd, zonder plan door Grønland. Toen we een interessant oud gebouw spotten, probeerden we uit te zoeken waarvoor het zou gediend hebben/ dienen. Voorzichtig, bijna voetje voor voetje, kwamen we dichterbij het grote gebouw. Op het einde van een kale gang stonden we voor een gesloten poort. Het bord dat waarschuwde voor een mogelijke drugscontrole met bijhorende snuffelhond en de prikkeldraad duwde ons vermoeden al wat in een bepaalde richting. Net wanneer Marilen uitriep dat dit een gevangenis was en ze vrolijk naar de camera wuifde, weerklonk er een stem uit de muur. ‘Hello… Oh, I see that you are just looking around. Well, have a nice day!’ Vriendelijke bewakers hebben ze hier.
Wat overdonderd -we dachten immers dat het een klooster was- trokken we verder rond de gevangenismuren en zagen we 2 blauwe torens met koepel verschijnen ‘in het gevang’. Uiteindelijk lag de wonderlijke blauwe mozaïekmoskee naast de gevangenis. We werden spontaan uitgenodigd voor een wandeling door de moskee. Wel op een andere dag, aangezien er net een ‘begrafenismis’ plaats vond. Hopelijk komt er nog een volgende keer, de man beloofde immers dat de binnenkant zoveel mooier was dan de buitenkant.

Verder gingen we nog naar het Radison SAS hotel, waar je tot op de 34ste verdieping kan. Toon en ik zochten onze angst op (waarom doe ik dat toch altijd!?) toen we met de doorzichtige (snelle) lift naar de het-fantastische-zicht-op-Oslo verdieping zoefden. En ook al knikten mijn knieën hevig, kneep ik de ballustrade fijn met mijn handen en bleef ik op een veilige afstand van het raam, toch genoot ik stilletjes van het uitzicht.

’s Avonds leerden we onder andere dat Québec naast een provincie ook een stad is en dat Litland zich ergens tussen Letland en Litouwen bevindt.


Zondag werd er opnieuw een cultuurtripje aangeboden voor de internationale studenten. Het Nobel Peace Center aan de haven biedt virtueel onderdak voor de meer dan 100 laureaten van de Nobelprijs voor vrede. Het opzet is mooi, maar de overvloed aan informatie was net iets te veel voor mijn vermoeide ogen en benen. Zou ik dan toch beter aan een koffieverslaving beginnen?


Maandag wilden we gaan cross country skiën, maar de overvloedige sneeuwval en mist dreef ons naar de gym. Daar smeedden we plannen om er nog eens een multiculturele avond van te maken. Die avond dan zaten Dora (Hongarije), Marilen (Zwitserland), Gemma (Nederland), Toon, Gerd en ik (België) samen rond de pasta met tomatentonijnsaus en de laptop met dansmuziek.


Vandaag, dinsdag, ging ik naar mijn tweede en meteen laatste fieldworkschool samen met Anthony Frankrijk. Ik zag niet zoveel nieuws, maar woonde wel een religieles (hier wordt geen godsdienst gegeven) bij en diende als levende bewijsstuk waarom ‘jullie Noorse kindjes Engels moeten leren! Stel je voor dat ik en Debbie geen Engels konden, dan zouden we elkaar nu niet verstaan…’ Nou, jullie weten het he, kindjes.


- Hier word je echt gelukkig van de dingen die je in de supermarkt vindt. Bij nader inzien, zal ik dat maar niet veralgemenen: ik word gelukkig van de producten hier. Naast de yoghurtjes die je steevast op elk uur van de dag een Goeie Morgen wensen (Go’ Morgen) en de muësli die je een Prettige Dag toewerpt (Go’ Dag), vind je de melkkoeien. Ze hebben er hier rozerode met gele stipjes, lichtbruine, donkerbruine en donkerbruine met witte vlekjes. Aan jullie om uit te zoeken welke melk ze geven…

En ik kan jullie vertellen, de donkerbruine met hawaïkrans om produceert heerlijke ...melk!