dinsdag 28 april 2009

Fly like you do it.

Ik zou wel een boek kunnen schrijven over de reis naar Ijsland… maar aangezien de tijd dat men achter een computerscherm vertoeft sowieso al veel te hoog ligt, zal ik jullie dat niet aandoen.

Ijsland was (en is) …
… rood, wijnrood, felrood, bruinrood, bruin, hazelnootbruin & kastanjebruin, oker, beige, olijfgroen, grasgroen, groen, helblauw, hemelsblauw, blauw, donkerblauw, grijsblauw, grijs, gebroken wit, zebra strepen op het witte ijs, blauw ijs, lichtblauw water, … en een regenboog.
… nooit 2 keer langs het zelfde uitzicht rijden (of het moet zijn dat je verkeerd rijdt).
… bergen, heuvels, rood strand, gletsjers, watervallen, zwart strand, grasvlakten, rotswanden, woeste golven, grotten en hier en daar een huisje.
… ook te verkijgen als Muffinland, Carpetland, Pillowland (mijn favoriet) en ‘Black Dessert’.
… met een Chrystler Kalos ‘off road’ on the road.
… een eiland met een geurtje: douchen met zwavelwater (‘rotte-eieren-geur-water’), rotten shark als specialiteit en gedroogde vis langs de weg.
… eerder Windland.
… van zetel tot zetel tot hostel tot hostel tot hostel tot vlieghavenstoeltje.
nog zoveel meer.

Na vandaag mijn ‘final paper’ te hebben ‘gepresentationd’, ben ik verlost van mijn schoolwerk hier in Oslo. Morgen volgt, naast nog enkele presentaties, het afscheidsetentje.

Wat me nu nog rest?
Sleutelen aan mijn eindwerk.
Koffers maken, opruimen en schrobben: ik ben de voorbije dagen alvast begonnen met zaken weg te steken en de dingen van mijn muren te halen. Om toch maar niet alle emoties op 1 dag te moeten verwerken he.
Genieten van Oslo en alles wat daar maar bij te bedenken valt: laatste Deli de Luca-bezoekje (met cake), de winkelstraat ‘doorwandelen’ (die Noorse Kronen moeten toch op?), wilde reisplannen maken, nog even langs de haven gaan, vrienden opzoeken en dan…
… op de aller-aller-aller-allerlaatste dag afscheid nemen. Met een traantje.

Of drie, vier.

vrijdag 17 april 2009

Staan de schoenen al op de gang?

Dinsdagavond (7 april) kreeg ik het laatste bezoek over de Noorse vloer. Karen, Wouter, Evi, Cuyp en Stuart stonden me op te wachten aan Oslo S (eigenlijk had het omgekeerd moeten zijn, maar verrassing-laat-ik-ze-opwachten-intenties kunnen soms anders uitdraaien dan verwacht). Ze maakten er meteen kennis met de minder fraaie kant van Oslo: de verzamelende drugsverslaafden aan het station en het zachte gedruppel, dat weinig goeds (zijnde regen) voorspelde.


Woensdag trokken ze met z’n vijven van hostel naar mijn kamer/keuken in het studentenhuis. Na het inwijden van mijn kamer (ik laat in het midden hoe dit gebeurde) nam ik hen mee voor een dagje sight-seeing, aangezien de regen het alweer voor bekeken hield. Langs de jeugdherberg, waar Wouter en Karen die avond nog zouden overnachten (Gerd vertrok namelijk de volgende dag naar Stavanger, zodat haar kamerdeur plots open stond voor bezoekers.), naar het Rådhus, zo naar het Akerhus Slot (jongens en wapens, het blijft een gevaarlijke combinatie) en dan via de haven met z’n uitnodigende ligbanken naar mijn hoogtepunt van de dag: inderdaad, dé Deli de Luca aan de haven, diegene met de zeteltjes. Wat dit bezoek zo noemenswaardig maakte, was het feit dat -hou je vast- … we onszelf (zijnde de meisjes) op taart trakteerden! Aangezien ik niet goed ben in kiezen (en al zeker niet als het op het eten van zoveel verschillende zoetgeurende taarten en cakes aankomt), kwam Karen haar verlossende ‘Zullen we anders de chocoladecake en die rode daar delen?’ als geroepen. En hoe heb ik genoten van de chocolade-met-karamel-en-nootjes-taart en de tot dan toe onbekende Red Velvet Cake… ik kijk al uit naar het volgende, en alweer laatste, taart-eet-evenment (dat al in mijn agenda aangeduid staat).

Goedkoop en lekker eten staat hier gelijk aan een bezoek aan IKEA en zo trokken we met zeven (Toon sloeg dit aanbod niet af), met de gratis bus, naar de köttbullar, pizza en hotdogs.
Op de weg terug naar huis stopten we nog even aan het Operagebouw, dat er ’s nachts ook best indrukwekkend uitziet.


Donderdag toonde ik mijn gevolg langs enkele typische Noorse straatjes, de weg naar Vigelands beeldenpark. De volgende stop zou het Vikingmuseum op Bygdoy (schiereiland van Oslo) worden. Aangezien ik dit al bezocht had en er nog heel wat schoolwerk op me wachtte, keerde ik naar mijn kamer terug. Toen ik daar aankwam werd ik opgebeld door Stuart: ze hadden besloten toch niet naar het eiland te trekken, maar te profiteren van het zonnetje aan de haven. Of ik mee wilde genieten? Na een snelle blik op mijn boeken geworpen te hebben, haalde ik mijn zonnebril uit de kast en vertrok ook ik naar de haven.

Later die dag trokken we nog naar het operagebouw, waar Karen en ik (waarschijnlijk door een zonneslag) de schuine zijde van het gebouw naar beneden rolden. Gevolg: Karens riem stuk en Noren een bewijs rijker dat toeristen soms … gek kunnen doen.
Die avond was er opnieuw een spelletjesavond gepland voor en door klasgenoten. Dit keer zouden de Hongaarse meisjes koken, maar door de grote opkomst en het verschil in eetculturen, flansten Toon en ik snel nog iets in elkaar met overschotjes en de aankopen voor het avondeten van de dag nadien.


Vrijdag lieten we de stad en de gebouwen links liggen en trokken we, met worstjes, broodjes en ketchup in de aanslag, naar Sognsvann, het bevroren meer. Geef volwassen mannen sneeuw en het worden opnieuw jongetjes. Maar geef deze jongetjes enkele lucifers, papier en de opdracht dat ze een vuurtje mogen stoken voor het opwarmen van de hotdogs en ze hebben hun mannelijkheid meteen teruggewonnen.
Toen ik enkele maanden geleden, tijdens het uitstapje naar het bos met mijn stageschool, te horen kreeg dat je van 15 september tot 15 april vrij bent om in de natuur vuur te maken, dacht ik meteen aan ‘het scoutsvolk’ dat me zou bezoeken.

Veel nat hout, rook, smakende zelfgebakken worstjes en sneeuwballen later zaten we op de metro richting Frognerseteren, waar de hopen sneeuw plaats hebben gemaakt voor een wonderlijk uitzicht in de zon.
Alsof er de voorbije dagen nog niet genoeg fast food naar binnen gewerkt was, aten we die avond de befaamde reuzenpizza’s, met bijhorende reuzendrankflessen en reuzenbekers.
De avond was nog jong en Oslo gloeide nog wat na van de warme zon, dus trokken nog even naar de haven voor een Oslo-by-night-ervaring, met koffietje in de hand (of op het deken, mijn jas en handschoenen -die nu voor altijd naar 'kokosnoot met koffie' zullen ruiken).


Zaterdag scheen de zon opnieuw voluit, dus zochten we wat verfrissing op op de overzetboot. Met de wind in de haren, en de warme pull alweer aangetrokken (verfrissend was het zeker), kwamen we in Bygdoy aan. Na wat wandelen, luieren, politieke gesprekken voeren, zonnen en springen zochten we de boot opnieuw op. Stuart had afgesproken met een oude bekende uit Dilbeek, Cedric, en samen sloten we de dag in de zon af met een ijsje.

Die avond werd de Kanslerenkeuken op de 1ste verdieping opnieuw een drukbezochte plek: naast Karen, Wouter, Evi, Cuyp, Stuart en Cedric, sloten ook Toon en Gerd aan rond de tafel, waar een pot dampende spaghettisaus en bijhorende slierten voorgeschoteld stond.
Achteraf zochten we samen met enkele klasgenoten het Memphiscafé op, waar geen ID-cards vereist waren.


Zondag werd een dag waarop ik even op adem kon komen: na het afscheid van mijn laatste bezoekers, volgde achtereenvolgens de voorlaatste en laatste aflevering van Van Vlees en Bloed en de gehele laatste DVD van Ally McBeal. Nah.
Ohja, nog eens bedankt voor het ‘cakeje’. Het staat nog steeds onaangeroerd op mijn kast.


Maandag werd, omdat 1 dag blijkbaar niet voldoende was, opnieuw een rustdag. Kamer opruimen, het thuisfront op de hoogte brengen van de avonturen, mails versturen, reistips voor IJsland opzoeken, …


Dinsdag werd er hard gewerkt voor school, namelijk het verder verwerken van de tweede paper. ’s Avonds trok de Kansleren-verhuis-crew (Toon, Gerd en Dora Hongarije) naar Gemmas nieuwe plekje voor pannenkoeken. Met fruitsla. Om achteraf opnieuw verder de paper te schrijven.


Woensdag, opnieuw werken voor school (ditmaal was het eindwerk aan de beurt), afgewisseld met een avondje ‘IJsland plannen’ bij Marilen. Met fruitsla.


Donderdag, opnieuw… ik val wat in herhaling.
Die avond planden we een ‘get together’ met de klas, aangezien we elkaar al een hele tijd niet gesproken, laat staan gezien hadden. Met een hele troep naar Evergreen, waar de pintjes maar 29 NOK kosten. Tot 21u, want dan slaat de prijs op, met een verraste en iet wat teleurgestelde Toon als gevolg.


Vandaag kwam het langverwachte en felbegeerde bezoek aan de chocoladefabriek van Freia, de Noorse Cote d’Or. Niet zomaar een vergelijking, want de geleide toer in de ene fabriek in België (die ik in Halle ook al eens uitprobeerde) lijkt als twee druppels gesmolten chocolade op die in Noorwegen. Zou de overname van Kraft Foods daar voor iets tussen zitten? Hm...
We konden de fabriek zelf jammer genoeg niet bezoeken, maar werden overweldigd door chocoladehapjes en maakten onze eigen chocoladereep (die ik gaf aan de grootste chocoladefan van onze klas, Dora, die er niet bij kon zijn).

Plannen voor de nabije toekomst:
- Paper nog een laatste maal nalezen
- Nog wat sleutelen aan het eindwerk
- Rugzak maken
- Vliegtuig halen richting Reykjavik

Vrijdag binnen 2 weken zit ik op dit moment waarschijnlijk wat versuft aan tafel in de Belgische Ardennen… een tijdstilzetknop, dat zou nogal eens een uitvinding zijn.

maandag 13 april 2009

reisje in beelden

Gemma - Marilen - Toon - Isabel

tussen 2 rotsen door


Berg op.


bevroren meer op zoveel honderden meters hoog

uitzicht vanop Preikestole





Preikestole: 604 meter recht naar beneden


Berg af.




één van de zandstranden langs de westkust

Stavanger




oude gedeelte van het stadje

kust van Kristiansand


bos met meren in Kristiansand



spaghetti in Toon z'n haar

zondag 12 april 2009

You're gorgeous, but what's with the hair?

Zo staat het in mijn agenda geschreven:

APRIL
2
donderdag
+/- 12u: Karen & Morgan komen aan
15u Grimsk Grenka – afspraak Karen en Morgan
Durf ik hier wel met mijn sjoffele broek op die bank gaan zitten?
Vigeland & haven
Stappen stappen stappen …
Dinner @ Isabel’s --Isabel, Marilen, Toon, Gerd, Karen & Morgan
Do you want to go and drink a whisky?

APRIL
3
vrijdag (Karen D. verjaardag)
etentje met Karen en Morgan 17u30
Tullin’s Café
eerst nog wat winkelen: zonnebril (sunshine) en pull
13: Akerhuscastle
22u47 --trein (10’ ervoor Oslo S gehaald)

And this is where the adventure begins…
I promised my Swiss travelpartners I would write about these days in English, so that they could read it as well. I will try and do my best girls.

-First stop: from Oslo S (10.47 p.m.) ‘till Stavanger (7.26 a.m.):
Toon and Isabel, Gemma and me and Marilen and Stina (who appeared to be a singer performing in a club in Stavanger Saturday night) crossed the Norwegian country side by night. Some slept well, some could count every hour passing by, while others enjoyed the view. Luckely, due to the 'sleeping kit' you get in these kind of night trains (blanket, earplugs, little pillow and something to cover your eyes with), I signed up for the first group.

Saturday:
After Marilen’s-homemade-bread-breakfast and searching Isabel’s wedding dress in a bridal magazine, we went to the first place every tourist visits after arrival (besides the toilet): a tourist information centre. It seemed like the sun joined our wake up walk, because suddenly the grey clouds disappeared.
If the lady behind the counter in such an information centre answers most of your questions with ‘I don’t really know…’ there is only one way out: search for yourselves. After we decided we wanted to climb the Pulpit Rock (Preikestole), we needed some place to stay during the night ('all hostels are open during the summer months' –woops). “Let’s ask somebody if we can stay at their place,” Marilen said. A few seconds of hesitation and some doubtful looks later, Marilen, Toon, Gemma and Isabel -well somebody had to look after the luggage, right?- approached people on the street with their rather unusual question (Can 5 students, who you don’t know, but can be trusted, stay at your place tonight?). Positive thinking is one of the most beautiful phenomena I know (and which I will try to do as well from now on), because 10 minutes later Gemma and Isabel came running down the street with a big smile on their amazingly happy faces: they did it! Islen, working at a bar, didn’t mind having 5 strangers in her house, neither keeping their luggage at her workplace for a day nor taking those 4 heavy bags (4 girls and a boy + a trip = 4 large bags and a tiny little one) to her home when she finished working.
The phrase to describe this trip the best could be ‘Why are we so lucky’. After catching the night train in 6 minutes, the sun shining in Stavanger, bumping into Islen and catching the ferry in 15 minutes you shouldn’t be surprised. But wait, there is more…

The ferry brought us to Tau, there the bus dropped us in Jorpeland and, after 'the first pick-nick on the grass' of the year ‘09, we hitchhiked to the Pulpit Rock. Gemma, Marilen and Isabel were lucky from the start, they got a ride almost immediately. And after 30 minutes of shaking knees and a heart beating a bit faster than normal (mine) Toon and I arrived as well.
I don’t think my words (and especially these English ones) can describe what we (and I) experienced during our more-than-5-hours climbing adventure. Pictures cannot describe what we saw either.
Rocks, walking, green, smiling, grey, shouting, blue, red dots and stripes, grey, stones, singing, swamps, green, climbing, brown, melting-ice-waterfalls, brown, watching, breathing, green, jumping, lakes, grey, tears and fears, 604 meters above sea level, blue, snow, brown, sun, Why are we so lucky? …
Well, I tried.

Around 7 p.m., when the sun was losing its warmth, we arrived at the foot of one of the rocks and discovered that cars driving by were very rare at that time of the day. We took a cab back to Jorpeland, went with the bus to the ferry and ‘ferried’ back to Stavanger. Time flew by, it was already after 9 p.m. when we began searching for TOU SCENE, the club Stina Stjern (the girl who Marilen met at the train) would play that night. After a lot of ‘gleen cully’,’shlimps and flied lice’ and a black cat, we arrived at the old industrial mill which was transformed in a very nice hang out place and music hall. Unfortunately, an entrance fee had to be paid. The guy at the entrance tried to persuade us with a student discount, but still we weren’t convinced. Marilen tried calling Stina and a few seconds later she came down the stairs explaining the guy she met us in the train. The guy, not that happy about the fact that Stina persuaded HIM, gave us a stamp for free. Why are we so …
Even though Stina usually sings with a band, we didn’t notice anything missing during her performance and enjoyed her singing a lot.

Around 1 a.m., after a long day filled with that many beautiful and exhausting experiences, we still had to search for Islen’s place. The beauty of the day didn’t come to his end yet. Islen, who we spoke in the morning for not more than 10 minutes, left us, besides her trust, the key for her apartment 'in the letter box in front of the yellow building'. The only thing she asked us, after she had brought our luggage and put all kind of pillows, blankets and other useful things in her bedroom, was to be quite (‘there are living a lot of young families in these buildings’) and put the key back in the box so that she could enter her house as well (she went out to party)… This can sound corny, and actually I don’t mind, but the fact that we met her made me believe that not all people are scared of each other and that there is still some trust left. It made me feel, once again, very lucky, but also more than happy. And again, this is a feeling I cannot describe.


Sunday:
The morning after, we had a chance to get to know our sparkly host. After a long talk and breakfast she asked us if we would be interested to borrow her car for that day, or better, if we would mind if she and her sister (with her two little boys Jonathan and Oliver) would join us to our trip to the sandy beaches of Stavanger. If we would mind … ? I am sure that every one of us, on that particular moment, was thinking the same thing, once again.
That Sunday we drove with the 9 of us through the Norwegian lowland, stopped at two sandy beaches with light blue salty water (and cold it was as Isabel and I paddled with our feet in the sea) and visited Stavanger and the old part of the town.
It looks like Norway has been given a little bit of everything and all shaken up in one. I don't think I need to say it once more, but I'll do it anyway: I fell in love with Norway.

-Second stop: from Stavanger (7.27 p.m.) ‘till Kristiansand (10.23 p.m.)
I felt myself getting smaller (in this big beautiful world) while looking at the scenery: forests, lakes, hills, stones and fields crossing my (and the train’s) path. At a high speed, into the night.
When we arrived in Kristiansand, 2 friendly and talkative girls (who said Norwegian people are closed and cold?!) didn’t mind showing us the way to our hostel. Little did we know that it was located at 150 meters from the train station and that the 2 girls walked us through the whole city to eventually showing us the wrong way. We tried to squeeze ourselves in a small room for 4, Toon sleeping on the floor.


Monday:
When you go on a trip with Marilen and Isabel, you can be sure that it is an adventure, off course, but also that you’ll get a healthy (and delicious) ‘beginning of the day’. So after a long breakfast, we took off to the tourist centre where a friendly woman gave us a 2D-tour through Kristiansand. She recommended us to visit the local fish market, little islands at the coast, walk around in the old part of the village and take a look at lakes in the forest.
And that’s what we did. The salmon we bought at the market melted on our tongues. At the coast we fantasized about witch animal we wanted to be (and so Toon, King ‘Moosh’ Moose was born). We were peeping Toms in the old part of the town, where the little white wooden houses were build right next to each other. And finally we enjoyed the last sunrays at the lakes.
The evening brought us spaghetti on our plates and in Toon’s hair (never knew that uncooked spaghetti could get stuck that easily) and showing of little body tricks (or hiding the fact that you’re not that flexible).


Tuesday:
The next morning Toon got blamed of being a ‘breather’, Isabel climbed out of the window and another delicious breakfast was made. Due to the weather (which had been on our side for the previous days), we searched some inside activities and found them. We visited a bright, partly wooden church where Toon, as being me father, gave me away to Mr. Invisible. Afterwards we went to a South Norwegian Art Museum and because we were (and are) international students, all the exhibitions in the building were for free. Once again, say it with me ladies and gentlemen of the jury (sorry, watched to many Ally McBeal episodes the past few months): why are we so lucky?
After a quick stop at the fish market, we went to the train station and left a cloudy Kristiansand behind. In the train we made ourselves sandwiches with salmon (we apologize to the other passengers on board of ‘vagn 3’ for the smell), and I don’t know what my fellow travelers thought of their dinner, but my sandwich tasted heavenly.
Around 10 p.m. we arrived in Oslo S. Some of us went home to sleep and others (like Toon and I) waited for some visitors.

But that’s a story I will tell another time. In Dutch...

woensdag 1 april 2009

We're the dancers -Hot Biscuits- ...

Je gaat best even opzij, ik moet een aanloop nemen… Grote sprong terug, waardoor er al wat gaten in mijn geheugen opduiken. De voorbije dagen heb ik vooral voor school (zowel voor de Belgische als de Noors) gewerkt, veel spannende momenten heb ik dus niet echt beleefd.

Zaterdag (21/03) durfde ik het eindelijk aan. Na al die weken sneeuw en ijs onder mijn voeten gevoeld en gehoord te hebben, wilde ik nagaan of ‘buiten een toertje lopen ’ al mogelijk was. En mogelijk (buiten enkele ijsplekken) was het.
Daarna genoot ik met Gemma en koffie van de ondergaande lentezon, opnieuw aan de haven (dit heb ik de laatste weken gepromoveerd tot ‘lievelingsplekje in de zon’). Die avond was er nog een Flower Power feestje gepland in 1 van de studentenhuizen. De Flower was er, de Power (bij mij) iets minder.

Zondag wandelden we (enkele klasgenoten) door een nieuwe buurt, bij ons om de hoek. Als Grønland onze achtertuin was, beschouw Grünerlokka dan maar als ons fraai voortuintje. We bezochten het vlooienmarktje en nadien wees Dora Hongarije ons erg enthousiast de weg naar ‘het kleine rode huisje, te midden van de grote grijze industriegebouwen, aan de waterval’.
Achteraf werden er in een gezellig cafeetje opnieuw reisplannen gesmeed tussen de theetjes, koffie en Belgische pint door: we zouden samen door heel Europa trekken, van woonplaats tot woonplaats. Van Hongarije naar Zwitserland, zo door naar Nederland en dan verder naar Tsjechië en … deze route zullen we waarschijnlijk enkel in onze hoofden afleggen …

Maandag luisterden we naar een erg interessante uiteenzetting van een UN-medewerkster, die eens niet enkel rozengeur en maneschijn verkondigde over de organisatie.
De dag werd nog interessanter door de uitstap naar het Anti Racist Center. Daar vertelde een medewerker hoe ze in dit centrum proberen de immigranten- en ‘etnische’ bevolking op een positieve manier met elkaar in contact laten komen en hoe ze jongeren proberen van de straten te houden door allerlei workshops, kampen en vergaderingen die ze gratis aanbieden.

Dinsdag liep ik na de les nog even langs Grünerlokka om me dan te begeven naar ‘Akkerbrygge aan de haven. Met Samovar en Nederlandstalig boek in de aanslag las ik verder in de zon.

Woensdag trok ik na de les (en na de gym) naar het Literaturhus. Dit keer niet met mijn boeken, maar met m’n laptop. Hier koppelde ik opnieuw het zeer aangename (koffietje met) aan het nuttige (schrijven aan die paper).

Donderdag werd een herhaling van woensdag. Alleen zouden we ’s avonds naar de film gaan -om toch maar eens te kunnen zeggen dat je naar een Noorse bioscoop bent geweest-. Isabel Zwitserland en ik zouden die avond naar ‘The Reader’ kijken. Onder het alom bekende motto ‘hoe meer zielen’, spraken we uiteindelijk met z’n 16’en af. Een onaangename verrassing aan de kassa (100 NOK, zijnde iets meer dan 11 euro, voor een filmpje), een goedgevulde snackrugzak in de filmzaal en een sterke-indruk-nalatende film later stapten we op de bus naar huis.

Vrijdag was het tijd voor bezoek nummer 3: ik vond Lot, Caroline en Sofie rond de middag in Oslo S(entraal), het centraal station van Oslo. Soms zijn er zo van die dingen die heel normaal worden, eens je een hele tijd op een plek bent. Lot wakkerde mijn zoektocht naar ‘schrijffouten’ aan (het Noors als geschreven taal lijkt soms verdacht veel op Nederlands-met-haar-op) en samen met de anderen werd dit zoeken de hoofdbezigheid (naast de bezoekjes aan Deli de Luca -ik ben niet alleen met mijn fascinatie!-) van het tripje.
We wandelden die koude dag nog naar het Vigelandpark (ja …), dronken een koffie (al dan niet met taart), trokken naar mijn keuken om wat te koken en vielen als een blok in slaap na (of tijdens) het kijken van enkele Sex and the City’s.

Zaterdag kwam de zon alweer door de grijze wolken en liet ik Sofie, Lot en Caroline achtereenvolgens de haven en ‘het kasteel aan de haven zien. Verder leidde ik hen naar de 34-verdiepingen-hoge-lift (en bleef ik opnieuw veilig met 2 voetje op de grond) en maakte ik hen daarna warm om te picknicken aan het Rådhus/Akkerbrygge/de haven en er te genieten van de zon.
Na een koffietje aan diezelfde haven vertrok ik al wat vroeger. Die avond had de Kansleren-crew (Toon, Gerd, Dora en ik) de klas uitgenodigd voor een etentje en spelletjesavond. Uiteindelijk zaten we met 19 (en ik weet niet hoeveel nationaliteiten) in onze keuken. Zowel het groentenbuffet-met-rijst-en-kip-en-Toon-zijn-lekkere-kaassaus als de fruitsla met ijs en gesmolten echte Belgische chocolade waren helemaal op (buiten een restje wit vanilleijs in de vriezer). Op het laatste speelden we enkele ijzingwekkende rondes Weerwolven en kropen we een uur later dan gepland in bed.

Zondag volgde een nieuwe eindhalte in het eindhalteproject. We stapten met z’n vieren af in Vestli. Zo veel was er niet te zien, maar als de zon schijnt, de witte sneeuw je haast verblindt en de vogeltjes fluiten, wat heb je dan nog meer nodig?
Na het uitbeelden van bekende films en neuriën van nog bekendere liedjes namen we de metro terug en bezochten we Grünerlokka met het vlooienmarktje en een koffie. Aangezien het zo’n mooi weer was, kon en mocht het fantastische uitzicht vanuit Frognerseteren (eerste eindhaltestopplaats) niet ontbreken. En ook een stop aan de reuzepizzaplaats konden we niet overslaan.
’s Avonds hadden we afgesproken met enkele van m’n klasgenoten in Blå, de jazzbar aan de rivier. Na wat ongelukkig heen-en-weer geloop (je ID card meenemen is een echte aanrader) geraakten we allemaal veilig binnen.

Maandag wuifde ik, na mijn les (en oooh het pikte om zo vroeg op te staan) Caroline, Sofie en Lot uit, opnieuw in Oslo S. Die dag was niet bepaald productief: de vermoeidheid sloeg toe, de Ally McBeal-afleveringen volgden elkaar op en na een klein gevecht in de keuken (en dat allemaal om een natte hand op je kaak, Toon) voelde mijn bed nog nooit zo zacht aan.

En dat merkte ik toen ik er dinsdag opnieuw uit moest. Ik sleepte me door de dag heen: van de les, naar het Red Cross Center (waar heel wat vrijwilligers -140- zich inzetten om jongeren te helpen met hun huiswerk en elke avond activiteiten voorzien), naar de fruitwinkel en via het Tullin’s Café (wachten tot het tijd was voor Marilen Zwitserland en Anni Finland hun Noorse les) naar een tentoonstelling met Isabel Zwitserland, die afgelopen bleek te zijn. Het sleepspoor zette zijn weg verder naar mijn kamer, waar mijn bed, Ally en een heel lange nachtrust me verwelkomden.

Vandaag, woensdag, met hernieuwde energie vroeg uit de veren en -hop- naar de les! Gemma Nederland verhuisde vandaag naar een ander studentenhuis en de Kansleren-crew, aardig als we zijn, bood zich aan als persoonlijk verhuisteam. Om de tijd tussen de les en het verhuizen te doden, trok ik dan maar naar de haven. In de zon. Met leeswerk.

Vandaag is het 1 april. Twee derde voorbij. En dat is geen grap…

zaterdag 21 maart 2009

To pay or toupet?

Zondag nam ik mijn ouders mee voor een enkele uurtjes Noorwegen puur natuur: cross country skiën! Na wat gepruts en geglij kregen we onze schoenen geklikt in de bindingen en volgden de eerste valpartijen vrijwel onmiddellijk (en papa was de eerste!). De eerste ‘stapjes’ gingen traag en voorzichtig, onze knieën knikten alle zes, maar na een tijdje durfden we de pistes aan, kronkelend door de Osloiaanse bossen. De zon scheen na een tijd tussen de bomen door en bracht steeds meer mensen naar buiten. Opvallend veel papa’s roetsjten bergjes af, met joelende kinderen voor en achter op de slee en op hun schoot. Het knikken van de knieën bleef voortduren (vooral bij mama) tot dat we de dunne, lange latten definitief uit klikten.
Na al een hele tijd elke dag in de sneeuw te ‘zijn’, vond ik eindelijk een plaatsje om Kathliens sneeuwman te maken. Dat was dan ook weer op 1, 2, 3 gebeurd, aangezien de sneeuw hier op sommige plaatsen nog steeds met hopen ligt.

De dag bracht ons verder langs het indrukwekkende, nieuwe operagebouw aan het water. Verder langs de vuile hoek van de stad -blijkbaar moet aan deze voorwaarde voldaan worden om een stad een hoofdstad te kunnen noemen- , langs het kasteel aan de haven, naar dé Deli de Luca (dit wordt een verplichte halte in mijn persoonlijke sight seeing tour).
‘s Avonds konden we genieten van het magische lichtjeszicht over ‘Oslo by night’, in een bar op de 21ste verdieping van het SAS hotel. En genieten was het wel. Dankjewel mama en papa.
Later trok ik nog naar Blå, waar elke zondagavond een gratis jazzconcert aangeboden wordt. Toon, Lobke en ik stonden na een hele omweg plots middenin een mooie, alternatieve buurt. Na de strenge ID-controle doorgeraakt te zijn -de man zijn ogen gleden vier keer tergend traag van mijn gezicht naar de foto op mijn kaart en terug- zochten we onze klasgenoten in de bomvolle zaal op.
Een nieuw zondagavondplekje bij op de kaart van Oslo…


Maandag slenterden we (mama, papa en ik) nog wat rond in de hoofdstraat en gingen we ook het Rådhus aan de haven even binnen. Toen we iets in ‘de viskom’ gingen drinken, merkten we dat de mama’s hun kinderwagen buiten moesten laten staan. Niets abnormaal aan natuurlijk -veel plaats was er immers niet in het cafeetje- ware het niet dat ze hun baby ook buiten achterlieten! Warm ingeduffeld, off course, maar toch…
Na het uitzwaaien en het 'tot 1 mei!', ging ik met enkele klasgenoten met IKEA. Veel nieuws van dat uitje heb ik niet, alleen dat ik er kopjes (en geen tassen) kocht voor 1 NOK het stuk. 1 NOK! Da’s 0,11 euro! Ik heb er dan maar meteen 6 gekocht, gulzig dat ik ben.


Dinsdagmorgen werden we in ons klaslokaal met een stevige handdruk verwelkomd door onze laatste docent, de breedglimlachende socioloog Pål. Al snel werd duidelijk dat het gaat om een zachte, trotse papa die zich het leed van de wereld aantrekt (en dit probeert over te brengen bij ons) en het gebruik van suiker afzweert (het ontginnen van suiker is slavenwerk én het lichaam heeft het niet nodig).
Na de les volgden de presentaties van Rusland en Nederland. Opvallend hoe elke vertegenwoordiger de mooiste landschappen en de prachtigste gebouwen in de zomerzon betrekt. Zo is het niet moeilijk om mijn reiskriebels aan het fladderen te brengen he!


Woensdag volgde nog een les van de glimlachende papa. Na die dag besteed te hebben aan ‘werken voor school’, terwijl het buiten zo’n mooi weer was, kwam de uitnodiging om ’s avond bij Kristina Rusland te gaan eten niets te vroeg. Een Russische rijstschotel, enkele flessen wijn en een kiwi-banaansmoothie later en we speelden het ben-ik-een-banaanspel. Moet je daarvoor zo oud geworden zijn (en dan heb ik het niet over mezelf, maar onder andere over de 32 jaar oude Anthony, 26-jarige Anni en 24-jarige Nathalie)? Natuurlijk!


Donderdag was opnieuw een mooie, zonnige dag. Na een les van Elisabeth, over communicatie tussen kinderen en volwassenen in kleuterscholen, werden er opnieuw en deze keer voor de laatste maal, 2 landen voorgesteld. We leerden Hongaarse woorden en dat Boedapest (en niét Boekarest) de hoofdstad van Hongarije is en werkten in hoeken le tour de France af.
Die ‘laatste keren’ klinken echt niet mooi in mijn oren.

Ik had voor mezelf het prachtige plan opgesteld om buiten in de zon te lezen en werken voor school, dan koppelde ik het (zeer) aangename aan het nuttige. Nu heb ik na donderdag geleerd dat je zo’n plannen best niet luidop zegt… eerst zou Isabel Zwisterland me vervoegen (ze had beloofd me ‘met rust te laten’, ze ging in mijn Samovar lezen –boek dat we hier moeten lezen-), maar dan volgden ook Anni Finland en Marilen Zwisterland. En ja… Vat dit niet verkeerd op, ik heb honderduit genoten van het namiddagje kletsen en de skaters hun stunten bewonderen in de zon, aan de haven. Ik had zelfs mijn jas, wanten én pull ingeruild voor een zonnebril. Maar gewerkt?! Nee hoor…
Toen de zon haar warmte begon te verliezen, was het tijd om naar het international dinner te vertrekken. Deze keer waren het de Hongaarse meisjes uit onze klas die ‘Paprika Potatoe’ maakten. De lieverds hadden zelfs aan een vegetarische versie gedacht. De spreker van deze editie was een Noorse dokter, die zijn levensverhaal vertelde. Minstens even boeiend als dat van the noodle king, maar nu gelukkig in het Engels, zonder tolk.


Gisteren ging ik, na de voormiddagles van Elisabeth, een tweede maal met goede moed met mijn werkplan aan de slag en deze keer loonde het. Minder zon, veel meer gelees. Hierdoor miste ik jammergenoeg blijkbaar een wel erg spectaculaire rondleiding in het nieuwe operagebouw.
’s Avonds hadden Toon, Gerd, Dora en Hedvig Hongarije, Gemma Holland en ik een kleine verrassingsaanval bedacht voor de jarige Jirka Tsjechië. Gewapend met 60 (opgeblazen) ballonnen (nee, Jirka werd geen 60, maar wel 26) slopen we langs de brandtrap omhoog en verrasten we hem in zijn keuken. Later kwam de rest van zijn ‘floor’ en nog enkelen van onze klas. De rest van de avond werd er gesnoept van het Turks brood, gedanst in de keuken en oude Steps, Backstreet Boys en andere hits gezongen op straat.
De laatste metro naar huis en de eerste verdieping omhoog.


Gelukkige lente iedereen!

zaterdag 14 maart 2009

Debbie Spoiled Rotten Rosiers

En wat een verjaardag werd het…

Het plan (we nemen de eerste ferry die vertrekt en zien wel waar we uitkomen) zorgde voor enige besluitloosheid. Terwijl de jarigen uitzochten of we niet ergens een ferry konden vinden waar we niet extra hoefden te betalen (bovenop ons openbaar vervoerabonnement), dacht ik… neen dat kan niet… daar aan de overkant… Jan en Dries? Hoe klein is de wereld -of hoe groot is The Blackbox Revelation- maar toch, daar liepen Jan en Dries, gemeentegenoten en soon-to-be-wereldberoemd. Toon stapte op hen af en na wat gekeuvel kwamen 7 plaatsen op de guestlist voor hun optreden die avond ter sprake. Van een feestelijke afsluiter voor de dag gesproken!
Het ferrytochtje was ijskoud, het weer zat die dag ook niet echt mee, sommigen van ons hadden geen gepast schoeisel aangetrokken (ik zal geen namen noemen, Toon) en het beperkte uitzicht was voor sommigen ook een reden om havenwaarts te keren.
Maar dat was niet zo erg. Waar het me die dag om te doen was, was het zoete zaligheidje dat op me lag te wachten in Deli de Luca. Na een goed uitgekiemd wie-neemt-welke-taart-zodat-ze-allemaal-vertegenwoordigd-zijn-op-onze-tafel-plan (dat was dan natuurlijk wel waterdicht), zaten 9 uitgelaten meisjes en 2 jongens, die zich stilzwijgend afvroegen waar al die commotie goed voor was, rond de feesttafel. Het aansteken van de verjaardagskaarsjes kon niet snel genoeg gaan en 18 meisjesogen glinsterden nog heviger. We namen elk een hapje van onze eigen brok zoete zonde en gaven die dan door, zodat iedereen alles kon proeven. Ik vond de ene al wat lekkerder dan de andere, en mijn intuïtie had me niet in de steek gelaten: ‘de mijne’ was de bestigste!
Maar zoals ik ook al voorspeld had, de zoete zonde was zwaar. Dit is geen ‘toetje’ voor elke dag, maar wat een heerlijkheid op een hoopje!


Het optreden die avond bestond uit Belgische Blackbox, geestige Eagles of Death Metal en een hele hoop snorremannen in het publiek (en alsjeblief, laat dit enkel een ode zijn aan de zanger en de gitarist).
Een mooiere Osloverjaardag had ik me eigenlijk niet kunnen inbeelden.


Dinsdag lesdag. Geir gaf een interessante uiteenzetting over ‘wereldvisie en de rol van o.a. religie’ (zo interessant dat ik alweer het onderwerp van mijn volgende, grote paper heb gevonden). Daarna volgde de voorstelling over Oekraïne, waarbij mooie foto’s en chocolaatjes me deden wegdromen, en Finland, gegeven door de erg spraakzame Anni: geen foto’s of zoets nodig om me te overtuigen dat land ooit te bezoeken.
In m’n kamer: werken voor school (en stiekem reisplannen maken, Anni was echt heel overtuigend).


Woensdag opnieuw religie met Geir. En wanneer je jezelf dan eens voorneemt om goed door te werken en binnen te zitten, schijnt de schaamteloze zon de hele dag. Die avond toch nog even naar buiten kunnen gaan, we waren immers uitgenodigd op een waffleparty and pancakefestival in Ulleval (een van de studenthuizen hier) door Eszter Hongarije en Nathalie Frankrijk. Pannenkoeken bakken in pannen die er niet voor bestemd zijn is voor niemand een lachertje. Gelukkig werkten de Noorse wafelijzers wel.
Die avond werden de reisplannen nog wat concreter uitgewerkt.


Donderdag opnieuw religie met Geir. Daarna werd Duitsland (het meest geliefde gerecht van de Duitsers is spaghetti, nu weten jullie dat ook) en Nepal voorgesteld. Tijdens al dat internationale gelach en enthousiasme valt onze afkomst niet op. Één pot nat, iedereen gelijk. Maar dan krijg je beelden van Chhavis thuisland en –situatie en verstomd dat lachen toch wel even. Rotverwend zijn wij hier.


Vrijdag stond onze laatste muziekles (Nu al laatste? Zijn we dan al zo ver?!) met Jan Sverre geprogrammeerd. Na theoretische uitleg over zijn persoonlijke onderzoek naar de minderheidsgroepen en hoe ze muziek gebruiken om hun traditie in ere te houden, kwam het praktische gedeelte: leren djembé spelen en de voormiddag afsluiten met 'Sasha Sasha один, два, три' volksdansen.
Na de les was het tijd om nog eens van de sneeuw te genieten en gingen Eszter en Mici Hongarije, Toon, Lobke en ik België sleeën. En hoe! Beide koppels huurden sleeën, maar ik waagde het met ‘een schijf’. Eszter waarschuwde me voor de pijnlijke buik- en beenspieren, maar over sneeuw eten had niemand een woord gerept! Mijn slee-enthousiasme werd ingeruild voor een help-ik-zie-niets-en-verdekke-sneeuw-in-je-gezicht-is-koud gevoel. Gelukkig kon ik Lobkes funky zonnebril lenen en zag ik toch al waar ik heenging. Giechelend op mijn schijfje. Na één afdaling (die zeven metrohaltes lang is), hield ik het voor bekeken, mijn tweede lading bezoekers wachtte immers op me.
Een uurtje later stonden Mama en Papa Familie aan m’n voordeur voor een kleine kamerinspectie en uitwissel van thuisspullen. Mama had, nadat ik haar mijn verhaal over ‘het kamer kuisen met wc-papier door gebrek aan dweil’ had geschreven, de Swiffer uit elkaar gevezen en zo meegesmokkeld in haar valies. Typisch, zo op z’n mama’s, maar meer dan welkom!
Samen de haven doorgewandeld en lekker gaan uiteten in het Tullin’s café (dit wordt een weekend van restaurantbezoekjes, yes!).
Achteraf ging ik nog even naar het studentencafé waar een Zuid-Afrikaanse groep zou optreden. En dat deden ze ook, na het performance van een grappig clubje dansers die zorgde voor een mix van Kebab Norwegian, enkele duidelijke politieke boodschappen en dans.


Vandaag volgde, na een lange stilte, een geslaagde volgende halte in het eindhalteproject (de metro nemen tot een willekeurige eindhalte en zien waar je uitkomt): een wandeling rond een dichtgevroren meer in de stilte van de Noorse wouden was het resultaat. De willekeurige busrit werd iets minder geslaagd, dus trokken mama, papa en ik verder naar het Vigelandpark (ja, dat ene) en het bijhorende museum. Na een koffietje (staat al aangeduid op het lijstje), volgde opnieuw een wandeling door de haven. Deze keer gingen we op zoek naar het restaurant van deze avond en dat was al snel gevonden.


Ohja, die reisplannen van hierboven?! Eentje wil ik al wel verklappen: ik ga naar IJSLAND! Samen met Isabel en Marilen Zwitserland en Toon naar de warmwaterbronnen. Yes, my middle name is Spoiled Rotten.